Menu

Wat is de prevalentie van chronisch nierfalen bij patiënten met diabetes type 2 in Vlaanderen? Dit werd nagegaan met behulp van de Intego-databank.

Hypertensie is een gekende risicofactor voor het ontwikkelen van chronische nierinsufficiëntie. Dit onderzoek gaat na of de systematische opsporing van proteïnurie bij hypertensiepatiënten leidt tot het stellen van nieuwe diagnoses van CNI.

Sinds 1 juni 2009 is een zorgtraject beschikbaar voor patiënten met chronische nierinsufficiëntie en hun zorgverleners. De nood om dit zorgtraject meer wetenschappelijk te onderbouwen was ook de aanleiding om voor de huisarts hierover een duidelijke richtlijn op te stellen (in bijlage bij dit nummer). Wanneer het bestaande zorgtraject chronische nierinsufficiëntie bekeken wordt samen met de nieuwe richtlijn, zijn er echter heel wat verschillen te vinden.

Vitamine D wordt reeds lang gebruikt in de behandeling en preventie van osteoporose. Maar is er voldoende wetenschappelijke evidentie om vitamine D te geven aan volwassenen en ouderen buiten de groep van (oudere) vrouwen met een hoog val- en fractuurrisico?

Nefropathie is een onafhankelijke risicofactor voor cardiovasculaire comorbiditeit en mortaliteit en is zelf een indicatie van eindorgaanschade. De achteruitgang van de nierfunctie kan vertraagd of zelfs voorkomen worden, dankzij een goede behandeling van de risicofactoren en het instellen van een behandeling. Uit de literatuur blijkt dat een RAAS- inhibitor een goede invloed heeft op de nierfunctie, anderzijds is nierinsufficiëntie een contraindicatie aangezien de nierfunctie kan dalen bij het gebruik hiervan. In deze studie is er prospectief (n=30) in 20% van de gevallen een GFR-daling sinds...

Slechts een klein deel van de patiënten met chronische nierinsufficiëntie zal uiteindelijk evolueren naar terminaal nierfalen en nood hebben aan niervervangende therapie. Er zijn twee belangrijke indicatoren die enigszins deze evolutie kunnen voorspellen. Enerzijds is een snelle achteruitgang van de glomerulaire filtratieratio (GFR) een voorspellende factor; anderzijds is de proteïnurie een marker voor glomerulaire schade. De albumine-creatinineverhouding blijkt een haalbare en voldoende gevalideerde test voor de opsporing van proteïnurie in de huisartsenpraktijk. Het gebruik van deze test...

Wat is de prevalentie van chronische nierinsufficiëntie in de Vlaamse huisartsenprakijk? Uit deze studie, gebaseerd op gegevens van de Integodatabank, blijkt dat het aantal patiënten met chronische nierinsufficiëntie veel hoger is dan huisartsen in hun medisch dossier noteren. Nochtans is het van cruciaal belang om deze patiënten vroegtijdig op te sporen en tijdig door te verwijzen. Mits aangepaste medicatie en behandeling is het immers mogelijk om de achteruitgang van de nierfunctie bij chronische nierinsufficiëntie te vertragen.

Om nierinsufficiëntie op te sporen zijn verschillende parameters mogelijk. Het bepalen van serumcreatinine is niet voldoende; beter is om de ‘glomerulaire filtratieratio’ (GFR) te bepalen aan de hand van verschillende formules. Op basis van de literatuur blijkt vooral de MDRD-formule bruikbaar. Laboratoria zouden daarom ook deze formule moeten toepassen zodat de huisarts een beter zicht krijgt op de nierfunctie van zijn patiënt. Dit is nu al het geval in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië.