Menu

Er is een toenemend probleem met de patiëntenstromen in het gebruik van eerste- en tweedelijnszorgverlening. Meer en meer wordt een beroep gedaan op de spoedgevallendiensten van tweede- en derdelijnsziekenhuizen voor niet-urgente klachten. Dit fenomeen doet zich zowel tijdens als buiten de normale werktijden voor.

Vandaag kan één op de tien Vlamingen een beroep doen op de huisarts met wachtdienst via de huisartsenwachtposten. Dit artikel beschrijft, vergelijkend met de situatie in Nederland, hoever we momenteel in Vlaanderen staan en wat de toekomst kan bieden. Het oprichten van huisartsenwachtposten kwam grotendeels tegemoet aan de verwachtingen die aan de basis ervan lagen. Ondanks het dalend aantal huisartsen blijft de continuiteit van zorg verzekerd. Onder de ervaren voordelen vinden we: wachtdiensten van twaalf uur, onthaalmedewerkers, wagen met chauffeur, toegenomen veiligheid en verslaggeving...

Praktijkhuis Baarle stapte in 2009 van het traditionele ‘per verrichting’ betalingssysteem over op het forfaitaire betalingssysteem. Deze wijziging bood de gelegenheid om het overstappen naar een forfaitair betalingssysteem te bestuderen. Vooraf werd nagegaan of de invoering van het forfaitaire systeem in Praktijkhuis Baarle haalbaar was. Achteraf werd bestudeerd hoe de invoering verlopen was. Deze ervaring kan een inspiratiebron zijn voor de organisatievorm in andere huisartsenpraktijken.

Duizeligheid is een frequente klacht én een diagnostische uitdaging voor de huisarts. Als de patiënt een niet-westerse achtergrond heeft, is die uitdaging nog groter. Het is dan belangrijk om tijdens de anamnese de klachten en symptomen juist te benoemen en te communiceren. Klinisch onderzoek is vaak weinig discriminerend. De indeling van duizeligheid in vertigo, presyncope, disequilibrium en niet-specifieke duizeligheid blijkt bovendien vaak niet zinvol. Symptomen zoals episodeduur en uitlokkende factoren hebben meer gewicht en blijken beter te discrimineren.

Er wordt gezegd dat we in België afstevenen op een huisartsentekort. Op dit moment is de praktijkgrootte in België vergeleken met andere Europese landen, relatief klein met gemiddeld ongeveer 1 100 patiënten per huisarts.

Na een ‘critical incident’ in hun praktijk besloot het Praktijkhuis in Baarle-Hertog een ‘call-recallsysteem’ voor hun Belgische anticoagulatiegebruikers op te stellen, naar analogie met de professionele trombosedienst voor hun Nederlandse patiënten. In dit systeem neemt de praktijkverpleegkundige de volledige organisatie op zich, roept patiënten op en stelt hun medicatie bij, onder supervisie van de huisarts. Deze interventie leidde tot grote tevredenheid van de patiënten en praktijkmedewerkers. Bovendien was de instelling van de anticoagulatie bij deze patiënten even goed geregeld en deden...

In dit tweede artikel over de kwaliteitszorg in de huisartsgeneeskunde wordt een Europees instrument voorgesteld waarbij de huisartsenpraktijk zelf het middelpunt van kwaliteitsverbetering is. Dit instrument, EPA, werd in 37 huisartsenpraktijken in België getest. De deelnemers waren enthousiast, omdat ze snel veel te weten kwamen over de werking van hun praktijk en ook omdat ze zich met andere praktijken konden vergelijken. Voor een ruimere toepassing van EPA in de Belgische context is er wel nood aan meer coaching en infrastructuur.

In België wordt meer en meer aandacht besteed aan de kwaliteit van de gezondheidszorg en de verbetering ervan. Op federaal niveau worden hiervoor steeds ruimere budgetten vrijgemaakt. Wat de huisartsgeneeskunde betreft, zijn vooral het accrediteringsysteem, de werking van de Lok’s en de feedback over het voorschrijfgedrag door het Riziv belangrijke pijlers. Maar biedt dit wel voldoende garantie voor een betere kwaliteit? Dit eerste artikel, gebaseerd op recent onderzoek, beschrijft een aantal kernbegrippen van de kwaliteitszorg en stelt vragen bij de efficiëntie van de belangrijkste...

Sinds 2003 worden in België steeds meer grootschalige huisartsenwachtposten tijdens de weekends georganiseerd. Elke wachtpost onderhandelt afzonderlijk met de overheid over de beschikbare financiële middelen. In een gezamenlijk document stelden de auteurs de belangrijkste randvoorwaarden op, zoals de kosten van de infrastructuur en het personeel. Uit deze kostenberekening blijkt onder meer dat de prijs per verrichting op een wachtpost veel lager is dan die op een spoedafdeling, dankzij de beperkte infrastructurele kosten.

Opteren patiënten nog steeds voor de spoedgevallendienst als er zich iets voordoet tijdens het weekend of komt ook de huisartsenwachtpost al meer in het vizier? Uit een onderzoek van de huisartsenwachtpost van Deurne-Borgerhout naar de keuzes van de ‘consumenten van de medische zorg’ blijkt de wachtpost nog niet helemaal gekend. Patiënten die ervaring opdeden met deze wachtpost, kozen bij een nieuw voorval wel sneller voor de huisartsen- dan voor de spoedgevallendienst.