Menu

Sjarel is één van de weinige patiënten die ik al kende voor ik mijn studies geneeskunde startte. Ooit was hij als kind mijn buur, in de stad waar mijn wieg stond. Later werd hij mijn mentor voor en bij de aanvang van de zeven jaren aan de unief. Het was niet alleen de anatomie en fysiologie die we deelden, maar ook voetbal. Elk jaar gingen we een paar keer naar de Rode Duivels kijken, toen nog een bescheiden clubje.

Hoewel veel mensen, en zeker ook artsen, denken dat je een soort van 24/7 levensredder bent, is de werkelijkheid vaak een beetje anders. Toch heb ik in mijn loopbaan al zeker twee levens gered.

“Eigenlijk was ik boos op jou in het begin”, zegt ze met een stralende glimlach. “Boos omdat je geen verdere onderzoeken voorstelde of andere medicatie gaf, nu versta ik dat.”

Misschien verschijnt dit stukje postuum, want ik schrijf dit in complete coronawaanzin op vrijdag 13 maart, ook dat nog. Ik heb voor mijzelf en mijn dierbaren beslist om met heel de heisa stoïcijns om te gaan.

Ik heb weinig of heel eerlijk geen BV’s in mijn patiënteel. Ik weet alleen iets van de gezondheid of eerder ziektes van bekende landgenoten uit de boekskes. Maar soms zit er een BV tussen van wie je het niet eens wist.

Vier broers wonen ongehuwd samen in het ouderlijke huis: Patrick, Rudy, Jacques en Serge. Ze lijken wel de Daltons, maar zijn eerder simpel dan venijnig. De vier broers leven allemaal van een uitkering. Eén doet de boodschappen, de ander is de ‘huismeid’. Eén de financiën en dat is heel wat.

Hoewel deze namen misschien beelden van de kerstsfeer oproepen, is de realiteit een stukje anders. Jesus, 71 jaar, werd niet geboren in Bethlehem, maar in een bergdorpje in Portugal, Olivera do Hospital, een zéér vooruitziende naam wel als geboorteplek.

Ik heb een patiënt die Bernard heet, maar ik noem hem Bernardo. Niet naar een of ander syndroom, maar wel omdat hij me doet denken aan de doofstomme assistent van Zorro.

Hij kwam tergend traag de consultatieruimte binnen, met zijn schouders wat opgetrokken. ‘Heb zo’n nekpijn’, zei hij. Hij leek gespannen, zo’n type patiënt die zelfs als je de onderzoekstafel zou wegnemen, nog op die hoogte zou blijven hangen.

Ik heb een zwak voor Bewust Ongehuwde Moeders, iets minder voor de explosieve afkorting van hun levensfilosofie. Je moet het maar doen, zonder steun van een vaderfiguur een kind op de wereld zetten en ‘opbrengen’.