Menu

Telefonische triage in Belgische huisartsenwachtposten gebeurt meestal door secretaresses zonder (para)medische achtergrond. Deze informele telefonische triage blijkt volgens dit onderzoek niet altijd veilig voor de patiënt. De zeer hoge mate van overtriage van administratieve problemen leidde bovendien tot een inefficiënt gebruik van de beschikbare middelen.

Deze studie beschrijft de patiëntencontacten van een klassieke huisartsenwachtdienst juist voor de oprichting van een huisartsenwachtpost. Deze gegevens zijn belangrijk voor het uittekenen van hervormingen. Het is ook een belangrijk ijkpunt voor het meten van het effect van de implementatie van de huisartsenwachtposten.

In de aanloop naar de viering van tien jaar huisartsenwachtpost(en) mag u in dit tijdschrift een artikelenreeks verwachten. Hierin zal telkens een vraag beantwoord worden over een bepaald aspect van de werking, de epidemiologie of het beleid aan de hand van de gegevens geregistreerd in de huisartsenwachtposten.

Leefloners stellen frequenter medische hulp uit wegens financiële redenen dan de globale Antwerpse populatie. Bovendien hebben zij minder vaak een vaste huisarts. Dit blijkt uit een bevraging op basis van de gegevens uit de Gezondheidsenquête van het OCMW Antwerpen en de Stad Antwerpen.

Verschillende rapporten geven aan dat laaggeschoolde allochtone tieners meer risico lopen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa) dan autochtone tieners. Anderzijds wees een focusgroepenonderzoek uit dat Marokkaanse jongeren een positieve houding hebben ten opzichte van condoomgebruik; ze stelden zelfs vaker een condoom te gebruiken dan hun Belgische leeftijdsgenoten. Het doel van deze studie is het in kaart brengen van de determinanten van gedrag, opleiding, opvoeding en maatschappelijke waarden die het condoomgebruik bij laaggeschoolde adolescenten van verschillende herkomst...

Er is een toenemend probleem met de patiëntenstromen in het gebruik van eerste- en tweedelijnszorgverlening. Meer en meer wordt een beroep gedaan op de spoedgevallendiensten van tweede- en derdelijnsziekenhuizen voor niet-urgente klachten. Dit fenomeen doet zich zowel tijdens als buiten de normale werktijden voor.

De voorbij tien jaar heeft de huisartsgeneeskunde belangrijke wijzigingen ondergaan, zoals de professionalisering van de hulpverlening buiten de kantooruren door middel van huisartsenwachtdiensten’. De eerste huisartsenwachtpost in Deurne-Borgerhout, opgericht in 2003, is hiervan het meest bekende voorbeeld.

Vandaag kan één op de tien Vlamingen een beroep doen op de huisarts met wachtdienst via de huisartsenwachtposten. Dit artikel beschrijft, vergelijkend met de situatie in Nederland, hoever we momenteel in Vlaanderen staan en wat de toekomst kan bieden. Het oprichten van huisartsenwachtposten kwam grotendeels tegemoet aan de verwachtingen die aan de basis ervan lagen. Ondanks het dalend aantal huisartsen blijft de continuiteit van zorg verzekerd. Onder de ervaren voordelen vinden we: wachtdiensten van twaalf uur, onthaalmedewerkers, wagen met chauffeur, toegenomen veiligheid en verslaggeving...

De vorige aanbeveling over de aanpak van hypertensie door de huisarts dateert van oktober 2003. Volgens de vastgestelde procedure wordt elke aanbeveling binnen de vijf jaar na publicatie volledig herzien. De redenen voor deze herziening zijn velerlei. Zo bleken enkele topics in de aanbeveling uit 2003 niet meer voldoende onderbouwd te zijn met recente literatuurgegevens. Dit was het geval voor de hoofdstukken over follow-up, implementatie, bloeddrukmeting, secundaire hypertensie, behandeling met calciumantagonisten en angiotensine-2-antagonisten.

Na het verschijnen van de aanbeveling ‘Gebruik van medicatie bij urgenties’ kregen we van verschillende artsen vragen, suggesties en opmerkingen. Deze reacties geven aan dat de aanbeveling op een kritische manier wordt gelezen, wat de noodzakelijke voorwaarde is tot implementatie in de praktijk. In deze lezersbrief zullen we enkele punten verder toelichten waarover vragen of onduidelijkheid bestaan.