Menu

In dit deelonderzoek in Antwerpse huisartsenpraktijken werd nagegaan wie de noodpil gebruikt en waarom. Noodpilgebruiksters bleken een heterogene groep te zijn wat leeftijd, opleidingsniveau en etniciteit betreft. Wel was er een duidelijke associatie tussen noodpilgebruik en een chlamydia-infectie. Het lijkt erop dat vrouwen die in het verleden onveilig vrijgedrag vertoonden, dit blijven doen en daarmee een verhoogd risico op een soa lopen. Er is dus ook nood aan een goede counseling door de huisarts over contraceptie en preventie van soa.

Uit onderzoek blijkt dat heel wat vrouwen niet weten dat een infectie met een hoogrisico humaan papillomavirus (HPV) een rol kan spelen in het ontstaan van baarmoederhalskanker. Betere informatie door de huisarts kan hieraan verhelpen. De patiënten kunnen dan bewuster voor een HPV-screening kiezen en een eventueel positief resultaat beter plaatsen. Voldoende informatie tijdens de opleiding en navorming, en aangepaste patiëntenbrochures en posters zijn belangrijke voorwaarden om dit te realiseren.

Welke informatie geven huisartsen aan adolescenten tijdens een contraceptieconsult? Geven ze correcte informatie? Informeren ze voldoende naar de achtergrond van de patiënte? In deze studie deden drie studenten zich voor als patiënten en bezochten onaangekondigd dertig huisartsen voor een contraceptieconsult. De resultaten waren soms teleurstellend: niet alle informatie over het pilgebruik was correct, de keuze van de pil werd soms beïnvloed door ‘stalen’ in de praktijk en over het bestaan van de noodpil werd nauwelijks gerept… Kan de toepassing van de Domus Medica-aanbeveling ‘Orale...

In juli jl. verkreeg Lieve Peremans aan de Universiteit Antwerpen de graad van doctor in de medische wetenschappen na de verdediging van haar proefschrift over het anticonceptieconsult in de huisartsenpraktijk (zie Scoop, september). Uit de onderzoeken die ze daarvoor heeft gevoerd, blijkt dat huisartsen belangrijke aspecten van het pilconsult niet aankaarten, tenzij de patiënt er zelf over begint. Deze interactie bevordert nochtans de kwaliteit van het consult. Hoe kan die interactie dan het best worden gestimuleerd? Dit is één van de vragen die Guido Van Hal zich stelt bij de bespreking van...

In het elektronisch medisch dossier (EMD) is een vakje voorzien om het rookgedrag van de patiënt te noteren. Dit item blijkt vaak niet ingevuld. Nochtans vormt dit de basis van goed rookstopadvies via minimale interventie. Dit praktijkproject had tot doel de bevraging van rookgedrag van patiënten en de registratie ervan in het EMD te verbeteren. Daarnaast zocht men naar een manier om het rookgedrag en de notitie ervan in het medisch dossier op systematische wijze up-to-date te houden.

De centra voor leerlingenbegeleiding of CLB’s zijn diensten in het kader van de preventieve gezondheidszorg die aan leerlingen, ouders, leerkrachten en schooldirecties informatie, hulp en begeleiding bieden. Hun taken worden geregeld in het decreet van 1 december 1998. Jaarlijks wordt één op 65 tieners uit de leeftijdsgroep van veertien tot negentien jaar zwanger. Voldoende reden om na te gaan hoe CLB-artsen hun rol zien in de informatieverstrekking en hulpverlening in de preventie van tienerzwangerschappen en vooral welke knelpunten zij hierin ervaren.

Seksueel overdraagbare infecties (SOI’s) zijn weer in opmars. Ondanks de herhaalde boodschappen voor veilige seks in de media en via andere kanalen, is er een verontrustende toename van HIV, chlamydia, syfilis en andere SOI’s. De zorgverlener die (vaak exclusief) de meeste SOI-risicopersonen ziet, is de huisarts. Hij is dus bijgevolg het best geplaatst om bij zijn patiënten gezond seksueel gedrag te stimuleren. Nochtans blijkt hij het dikwijls moeilijk te hebben om seksuele problematiek bij zijn patiënten aan te kaarten. Deze studie tracht de barrières te identificeren die een goede SOI...

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom moet door een heldere communicatie de vraag van de patiënt voor de huisarts duidelijk zijn en moet de huisarts de patiënt voldoende informeren over alle aspecten van de verschillende...

Wanneer komt een patiënt in aanmerking voor pneumokokkenvaccinatie? Tot op de dag van vandaag bestaan hierover nog geen duidelijke richtlijnen. En het is nog even wachten op de aanbeveling voor goede medische praktijk ter zake. De auteurs van dit artikel hebben uit de literatuur criteria voor pneumokokkenvaccinatie geselecteerd en toegepast op hun patiënten. Zij onderzochten hoeveel van hen al waren gevaccineerd en hoeveel er extra werden gevaccineerd dankzij het ruiteren van hun EMD. De vaccinatiegraad bleek in hun praktijk opvallend laag in vergelijking met het Vlaamse gemiddelde.

Binnen de eerstelijnsgezondheidzorg wordt almaar meer kwalitatief onderzoek verricht op basis van focusgroepdiscussies. Auteurs die de resultaten ervan willen publiceren stuiten op een aantal moeilijkheden. De vaktijdschriften die in het verleden voornamelijk klinisch en kwantitatief onderzoek publiceerden, worden immers geconfronteerd met een voor hen vrij onbekende methodologie. Auteurs moeten hun onderzoeksmethode daarom uitvoerig expliciteren en het gebruik ervan rechtvaardigen. Omdat het hen aan routine ontbreekt, ervaren zij regelmatig problemen om dat op een zo volledig mogelijke manier...