Menu

De eerste keer dat ik Yakov zie, een jonge patiënt afkomstig uit Slowakije, komt hij heel zenuwachtig over. Bij het handen schudden worden zelfs mijn handen nat door zijn zweterige huid. Het is moeilijk zijn monoloog te volgen. Zijn Engels is formidabel, maar hij vertelt een onsamenhangend verhaal over allerlei lichamelijke klachten.

Als afwisseling tussen alle jonge mensen door ben ik altijd blij met bejaarde patiënten. Want wat hebben de tachtig- en negentigjarigen van nu veel meegemaakt: de oorlog, de hongerwinter, vroeg overleden broers en zussen, armoede, weduwe zijn vanaf vijftig jaar,… en wat kunnen ze daar prachtig over vertellen.

Het is razend druk op de praktijk als de secretaresse een telefoontje krijgt van meneer V. en dit telefoontje naar mij doorverbindt. “Anne Marieke, meneer V. wil graag een dokter spreken want hij heeft de onderste helft van zijn kunstgebit ingeslikt. Mag ik hem doorverbinden?” Verwonderd over wat er toch allemaal in deze praktijk gebeurt, neem ik de telefoon op. “Dokter, ik was juist mosselen met frieten aan het eten toen ik plots mijn kunstgebit heb ingeslikt! Ik vind het nergens terug, het moet wel in mijn maag zitten. Kan er snel iemand van jullie langskomen?”

Een jonge dame met exotische achternaam staat bij mij op de agenda. Het is haar eerste consultatie in deze praktijk en dus is er nog niets bekend over haar voorgeschiedenis.