Uitgangspunt van de officiële instanties voor de inschakeling van de huisarts in opsporingsonderzoek is dat 70 à 80 % van de bevolking jaarlijks bij de huisarts komt. Kenmerkend voor deze contacten is echter dat de vraag naar zorgen uitgaat van de patiënt. Moet de arts zich evenwel alleen bezighouden met de klachten van zijn patiënten ? Op welke manier kan hij eventueel andere problemen ter sprake brengen ? De meerderheid van de algemeengeneeskundigen staat inderdaad een meer omvattende rol van de huisarts voor. Deze tekst wil aanzetten tot nadenken over de motivatieproblemen die dit oproept...