Menu

De laatste tien jaar zijn in België meerdere specifieke onderzoeksnetwerken, permanent of tijdelijk, gelanceerd. In dit onderzoeksrapport wordt een generiek model van gegevensstroom voor een onderzoeksnetwerk beschreven en getoetst aan het nationale privacysysteem.

In dit artikel wordt het tweede luik beschreven van de surveillance door het Belgische netwerk van Huisartsenpeilpraktijken in 2008. Het gaat hier over de follow-upregistratie door de deelnemers zes maanden nadat de patiënt was geregistreerd met een nieuwe episode van depressie.

Wereldwijd zijn zorgverleners en beleidsmakers verontrust door de toename van depressie. De meeste zorgverlening voor patiënten met psychische problemen gebeurt op de eerste lijn. In België gaat 77% van wie zorgverlening zoekt voor een psychisch probleem naar de huisarts.

Gebruikt een voldoende groot en representatief aantal peilartsen een EMD-systeem dat door de overheid gehomologeerd is? Dit is belangrijk om over te gaan van een registratie op papier naar een surveillance op basis van extractie uit elektronische medische dossiers (EMD).

ACHIL staat voor ‘Ambulatory Care Health Research Laboratory’ en heeft als taak de kwaliteit van de zorg voor patiënten met een zorgtraject te evalueren. Zorgtrajecten zijn de Belgische insteek van het chronische zorgmodel en dienen om de kwaliteit van zorg voor patiënten met een chronische aandoening – in casu diabetes type 2 en chronische nierinsufficiënte – te verbeteren.

Via het netwerk van de huisartsenpeilpraktijken werden in totaal 1690 niet-plotse sterfgevallen geregistreerd. De peilartsen registreerden hierbij verschillende aspecten van de verstrekte zorg in de laatste drie levensmaanden van de patiënt en de beslissingen die aan het levenseinde waren genomen. Volgens dit onderzoek lijken beslissingen aan het levenseinde en palliatieve zorg niet in strijd met elkaar, maar elkaar eerder te versterken.

Volgens deze studie, uitgevoerd met gegevens van het Belgische peilpraktijkennetwerk, wordt de verwijzingsgraad voor patiënten met pijn op de borst beïnvloed door de initiële diagnose en door de zekerheidsgraad van deze initiële diagnose. Is de huisarts onzeker over zijn diagnose, dan stijgt het aantal verwijzingen in alle ziektecategorieën van initiële diagnosen.

Er is nog weinig geweten over de omvang en aanleiding van opsporing van diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk. Daarom werd in 2005 en 2006 een registratiestudie opgezet in de Belgische Huisartsenpeilpraktijken. Hierin werd nagegaan wat de aanleiding is tot de eerste positieve glykemiebepaling en wat de incidentie van diabetes is, vastgesteld op basis van herhaalde abnormaal verhoogde glykemiewaarden.

Kunnen sterven op de plaats waarvoor de patiënt gekozen heeft, is een indicator van de kwaliteit van de zorg aan het levenseinde. Huisartsen verkeren in een gunstige positie om zicht te krijgen op de plaats waar patiënten willen overlijden en om deze wens mee mogelijk te maken.

Hoe bruikbaar zijn routinegegevens uit het elektronisch medisch dossier (EMD) om de kwaliteit van de zorg te meten? Uit dit kleinschalige onderzoek blijkt dat de EMD’s vaak onvolledig zijn op het vlak van de diagnose van hypertensie, diabetes en persoonlijke cardiovasculaire antecedenten. Gegevens over de medicamenteuze behandeling zijn in de dossiers vollediger, waardoor ze voorlopig een betere basis vormen om de kwaliteit van de zorg te evalueren.