Menu

Dit laatste hoofdstuk sluit opnieuw aan bij de complexe realiteit waar huisartsen hun weg moeten vinden tussen een brede waaier van argumenten en hypothesen. Met de kennis uit de voorgaande hoofdstukken leert de lezer de verschillende stappen die nodig zijn om een diagnostisch landschap samen te stellen.

De natuurlijke schalen die in het eerste hoofdstuk werden geïntroduceerd, krijgen in dit voorlaatste hoofdstuk hun wiskundig bewijs. De auteurs tonen ook aan hoe met logaritmische schalen de kracht van argumenten op een correctere wijze kan worden voorgesteld.

In hoofdstuk 5 worden de grenzen, de "drempels ” van het diagnostisch actieterrein afgetast. De auteurs identificeren ook een aantal objectieve en subjectieve factoren die de drempelinschatting kunnen beïnvloeden.

Na de bestudering van argumenten in het algemeen in hoofdstuk drie, wordt in dit centrale vierde hoofdstuk de kracht van een argument op een patiënt toegepast. Voor elk argument wordt hierbij de weg gevolgd van "voorkans" tot "nakans". Bijzondere aandacht krijgen de begrippen "kansen ” en "waarschijnlijkheid ".

In dit hoofdstuk worden begrippen als aantonende en ontkennende kracht en de (a)symmetrie van argumenten opnieuw opgenomen en verder uitgewerkt. Ook de begrippen specificiteit en gevoeligheid uit de bayesiaanse wiskunde krijgen hier hun plaats.

In dit tweede hoofdstuk wordt aan de hand van voorbeelden uit verschillende disciplines het verband tussen fenomenen visueel voorgesteld. De voorstelling in blokdiagrammen sluit aan bij de klassieke termen "terecht en vals positieven" en "terecht en vals negatieven".

In dit eerste hoofdstuk worden de vijfpijlers van de medische besliskunde voorgesteld. De lezer krijgt een eerste kennismaking met belangrijke begrippen als de "aantonende en ontkennende kracht", de "(a)symmetrie van argumenten" en de "diagnostische drempel".

Welke vaardigheden dient een huisarts in opleiding te leren? Hierover werd in de zomer van 1993 een bevragingsronde gehouden bij huisartsenstafleden, stagebegeleiders, coördinatoren en stagemeesters. Behalve een aantal vaardigheden uit de obstetrie, de neonatologie en de orthopedie vonden de meeste respondenten de ± 200 voorgelegde vaardigheden noodzakelijk of wenselijk voorde huisartsengeneeskunde. Op basis van de resultaten werd inmiddels een toetslijst opgesteld, die een nuttig instrument kan worden voor studenten en hibo’s en hun respectievelijke opleiders.

In het eerste deel van dit artikel werden de ervaringen beschreven van één jaar experimentele opleiding van stagemeesters in Vlaanderen (zie blz.150). In april 1993, nog tijdens het eerste opleidingsjaar, werd een enquête georganiseerd om de zich ontwikkelende opleidingspraktijken, en de eerste effecten van de opleiding te bestuderen.

Meer en meer huisartsen-in-beroepsopleiding kiezen voor een stage in de praktijk van een huisarts-stagemeester. Om de kwaliteit hiervan te verzekeren, is ook de opleiding van de stagemeester zelf noodzakelijk. Het Interuniversitair Centrum voor Huisartsenopleiding (ICHO) startte daarom vorig jaar een experimentele opleiding waaraan stagemeesters vrijwillig konden deelnemen. Een groep van 26 huisartsen stelde zich kandidaat. In het eerste deel van dit artikel komen hun ervaringen aan bod. Daarna volgt in een tweede deel de bespreking van een enquête die tijdens de opleiding werd georganiseerd.