Menu

In vorig artikel (blz. 380) las u reeds dat een groepspraktijk in Hoeilaart een verschil vond in de inschatting van het cardiovasculaire risico van zijn patiënten naargelang de gebruikte risicotabel. Dit artikel brengt verslag uit van een onderzoek waarin artsen van een Antwerpse groepspraktijk het cardiovasculaire risico van hun patiënten vergeleken, na toepassing van de risicotabellen van respectievelijk de Britse richtlijnen (2000), de richtlijnen van de ‘Second European Task Force’ (1998) en die van de ‘Third European Task Force’ (2003). Uit de resultaten blijkt tussen de richtlijnen van...

Huisartsen in beroepsopleiding ervaren weleens een sterke nood aan adequate ondersteuning bij de evaluatie en behandeling van een ziek kind. De literatuur nakijken kan helpen, maar niet altijd. Dokter Peter Leysen, eerste auteur van dit artikel en huisarts in beroepsopleiding te Deurne (Antwerpen), ondervond aan den lijve hoe richtlijnen elkaar soms tegenspreken. Dit kan voor heel wat verwarring zorgen, zowel bij artsen als bij patiënten. Hij greep dit voorval aan om er een artikel over te schrijven.

Personen met diabetes type 2 hebben een anderhalf tot viermaal hogere mortaliteit dan de totale bevolking; 50 tot 75 % van deze sterfte is te wijten aan cardio- en cerebrovasculaire aandoeningen. Reden genoeg om aandacht te hebben voor een globale aanpak van de risicofactoren. Twee praktijken Geneeskunde voor het Volk (Deurne en Hoboken) wilden het cardiovasculaire risicobeleid bij hun diabetespatiënten objectiveren en verbeteren, en startten in 2004 een registratie. Uit de resultaten blijkt dat 45 tot 60 % van de diabeten in secundaire preventie vóór de interventie geen statines kreeg.

Klassieke counseling wordt gerekend tot de kerntaken van de huisarts. Ondertussen baande de cognitieve gedragstherapie (CGT) zich een weg naar de huisartsenpraktijk. Steeds meer huisartsen passen technieken uit de CGT toe bij hun patiënten. Zo ook de artsen van een praktijk Geneeskunde voor het Volk te Deurne (Antwerpen). Zij stellen dat het gebruik van deze technieken helpt bij pathologische moeheid, persisterende depressie en pathologische angst, maar ook bij de alledaagse wat langer durende moeheid, het alledaags wat langer durende verdriet en de alledaagse wat langdurige of intensieve...

Dit project registreerde in een groepspraktijk te Deurne bij Antwerpen de beroepsanamnese van haar werkende patiënten en ging na of de arbeidsomstandigheden een mogelijke invloed hebben op hun aanmeldingsklacht. Uit de resultaten blijkt dat iedere patiënt was blootgesteld aan gemiddeld meer dan één beroepsgebonden gezondheidsrisico. Er werd bij een groot aantal patiënten bovendien een verband vermoed tussen deze risico’s en de aanmeldingsklacht.

Huisartsen moeten ook aandacht hebben voor arbeidgerelateerde risico’s. Dat gebeurt nu onvoldoende. De groepspraktijk Geneeskunde voor het Volk te Deurne (Antwerpen) onderzocht hoe vaak deze risico’s voorkomen bij de actieve mannelijke patiënten en of er in dit opzicht een verschil is tussen allochtone en autochtone werknemers.

We krijgen soms patiënten over de vloer bij wie we, ondanks onze inspanningen, geen verbetering zien. We identificeren ze als veelklagers en tijdrovers. Vaak beschouwen we ze zelfs als ‘uitbehandeld’. Maar zijn ze dat wel echt? Misschien miskennen we de diagnose van CVS? Naar aanleiding van zo’n ‘clinical incident’ in een huisartsengroepspraktijk in Deurne (Antwerpen), namen een aantal praktijkartsen het initiatief om een praktijkproject op te zetten. Uit hun literatuurstudie komt naar voor dat cognitieve gedragstherapie (CGT) en progressieve fysieke oefentherapie een bewezen effect hebben in...

Het diagnosticeren van hartfalen in de huisartsenpraktijk is verre van eenvoudig. Overduidelijke gevallen laten geen twijfel, maar van zodra het klinisch beeld iets minder duidelijk wordt, is het voor de huisarts niet meer mogelijk om de diagnose met zekerheid te stellen. Nochtans heeft het al dan niet stellen van de juiste diagnose belangrijke consequenties voor de patiënt. Aan de hand van een casus gaan de auteurs dieper in op de problemen die zich stellen bij de diagnostiek van hartfalen. De cruciale vraag hierbij is: hoe kunnen we als huisarts het aantal onjuiste diagnoses tot een minimum...

Het huidige aanbod aan medische informatie is groot. De opmars van ‘Evidence-Based Medicine’ (EBM) is hier niet vreemd aan. Deze wetenschap wordt daarenboven op grote schaal verwerkt tot praktisch bruikbare guidelines en ‘POEMS’ (Patient-Oriented Evidence that Matters). Relevante internationale evidentie halen we via on line zoekmachines nu in een mum van tijd de consultatiekamer binnen. Maar hoe maken huisartsen zich deze nieuwe werkomgeving eigen? En hoe verhogen ze de gebruikswaarde van hun kennisvergaring? Het model ‘Online on-the-spot’ wil hierop een antwoord geven.

"(...) Ik apprecieer dat de aanbeveling 'Stoppen met roken' een zekere kritische terughoudendheid ontwikkelt omtrent het gebruik van bupropion. Vermeld wordt dat de wisselende resultaten van trials met meerdere andere antidepressiva echter aanzetten tot enige omzichtigheid in de beoordeling van bupropion."