Menu

Met het oog op een betere kostenefficiëntie en een beheersbaar budget, erkent de overheid het belang van de coördinerende rol van de huisarts bij chronische aandoeningen. Daarom stimuleert ze via het Koninklijk Besluit van 22 juni 2001 experimentele projecten van geïntegreerde en gedeelde zorg onder verantwoordelijkheid van huisartsen. Bij de ontwikkeling en implementatie van een nieuw zorgmodel is het belangrijk om de visie te kennen van belangengroepen of stakeholders. Dit interuniversitair project hield een bevraging bij achttien belanghebbende organisaties betrokken bij de diabeteszorg in...

Huisartsen worden aangespoord om de kwaliteit van hun klinisch handelen te verbeteren. Om dit te realiseren laten ze zich leiden door wat aan wetenschappelijk onderzoek voorhanden is. Het huidige onderzoeksaanbod kent echter zijn beperkingen; het geeft huisartsen vaak geen antwoorden op typische eerstelijnsvragen. Onderzoek dat bruikbaar is in de eerste lijn moet meer holistisch zijn en rekening houden met medische, contextuele en beleidsgebonden evidentie. Dit veronderstelt een aanpak met verschillende transdisciplinaire en participerende methodes, zodat de vergaarde kennis op een juiste...

Om de diabeteszorg in een Gents wijkgezondheidscentrum te optimaliseren werd in 1997 een diabetesspreekuur ingevoerd en een structurele samenwerking met een diëtist(e) georganiseerd. Diabetespatiënten kregen zo de kans om in het kader van hun diabeteszorg tweemaal per jaar gratis een diëtiste te raadplegen. Desondanks bleef de contactfrequentie met de diëtist(e) erg laag. Dit onderzoek peilde naar de redenen hiervoor.

Medical shopping is in. Steeds meer patiënten bezoeken willekeurig en systematisch verschillende artsen en/of ziekenhuizen. Maar wat zijn de gevolgen hiervan voor het prijskaartje van de gezondheidszorg? Deze studie onderzocht op basis van een steekproef van 4 800 patiënten uit twee regio’s (Aalst en Luik), of er een verband bestaat tussen zorgcontinuïteit (trouw aan één huisarts) en totale kostprijs van de medische zorgverlening.

De communicatie tussen arts en patiënt wordt gekenmerkt door twee typen gedragingen: de affectieve (sociaal-emotionele) en de instrumentele (taakgeoriënteerde). Waarom en wanneer hanteren artsen en patiënten eerder de ene dan de andere gedraging? Is er een verband tussen de communicatie en perceptie van artsen en patiënten? En wat is de interactie tussen beide? Deze studie onderzocht het communicatieve gedrag van Vlaamse huisartsen en hun patiënten en ging na in welke mate de perceptie van copinggedrag, ernst van de klachten en sociale ondersteuning de arts-patiëntcommunicatie beïnvloeden.

In een recente nationale enquête via de LOK-groepverantwoordelijken in het najaar van 2003, waarop ongeveer 70 % van de huisartsen antwoordde, bleek dat de LOK-werking als het meest positieve onderdeel van de hele accreditering wordt ervaren. En dit is ook terecht.

In welke mate bepalen kenmerken van patiënt, arts en raadpleging de duur van de consultatie? Dit was het uitgangspunt van een cross-sectionele studie in zes Europese landen. Het land waar de huisarts werkt en de individuele verschillen tussen huisartsen blijken belangrijke determinanten te zijn voor de duur van de consultatie. Ook psychosociale problemen en de perceptie ervan door arts en patiënt beïnvloeden de lengte van een consultatie aanzienlijk. Naarmate hun patiënt ouder wordt, besteden artsen meer tijd aan de consultatie. En huisartsen in een plattelandspraktijk blijken doorgaans minder...

Hoe dikwijls wordt in de literatuur niet benadrukt dat het voordeel van antibiotica bij niet-immuun gecompromitteerde patiënten minimaal is en dat waakzaam afwachten waarschijnlijk de beste aanpak is. Toch blijven artsen massaal veel antibiotica voorschrijven. Het uitbouwen van waardevolle strategieën om dit voorschrijfgedrag te rationaliseren is enkel mogelijk als we een juist inzicht hebben in de manier en de redenen van hun voorschrijven. In 1996 observeerden studenten geneeskunde van de Universiteit Gent een duizendtal arts-patiëntcontacten met als klachten loopneus, verstopte neus en/of...

Rhinitis, rhinopharyngitis, sinusitis en bovenste luchtweginfecties zijn zeer moeilijk van mekaar te onderscheiden. Dit verklaart waarschijnlijk waarom huisartsen in deze gevallen vaak antibiotica voorschrijven terwijl het eigenlijk niet hoeft. Dit placebogecontroleerd onderzoek bestudeerde het effect van amoxicilline bij een huisartsenpraktijkpopulatie met acute bovenste luchtweginfecties en purulente rinorroe. De resultaten tonen aan dat amoxicilline geen belangrijke klinische voordelen biedt.

In Gent bestaat een lange traditie van samenwerking tussen huisartsen onderling en met andere disciplines. Sinds juli 2000 kwam er een nieuwe praktijk bij: 'Nieuw Gent'. Een project met een unieke ontstaansgeschiedenis en met een aantal specifieke opdrachten.