Menu

De vier universitaire centra voor huisartsengeneeskunde zijn de laatste jaren uitgegroeid tot volwaardige academische onderzoekscentra. Heel wat collegae verlenen er hun medewerking aan researchopdrachten. Willen zij het academisch waarmaken, dan moeten zij ook internationaal publiceren. Deze rubriek wil meer ruchtbaarheid geven aan het vaak uitstekende werk van onze collega-onderzoekers. Alle recente publicaties worden hier kort samengevat. Publicaties die klinisch relevant zijn voor de huisartsenpraktijk zullen op een later tijdstip als vertaling worden opgenomen in Huisarts Nu.

Het EUROPEP-instrument is een gestandaardiseerd instrument, ontwikkeld in een internationale context, waarmee patiënten huisartsgeneeskundige zorg kunnen evalueren. In deze bijdrage wordt onderzocht in welke mate de items uit het EUROPEP-instrument relevant zijn voor patiënten in Vlaanderen, hoe patiënten huisartsgeneeskundige zorg beoordelen en wat de samenhang is tussen kenmerken van de patiënt en de evaluatie die patiënten van de huisartsgeneeskundige zorg maken.

De opinie van de patiënt wordt steeds meer erkend om de kwaliteit van de zorg te beoordelen. Deze beoordeling kan kwaliteitsproblemen aan het licht brengen en suggesties verschaffen voor kwaliteitsverbetering. De (on)tevredenheid van de patiënt is echter niet zo eenvoudig te meten. In de eerste plaats is het concept 'tevredenheid'; vaag omschreven, wat moeilijkheden kan geven bij de interpretatie van de gegevens achteraf. Daarnaast moet een bruikbaar instrument worden gevonden om de (on)tevredenheid te meten en de resultaten achteraf in de praktijk om te zetten.

Het beeld van de Vlaamse huisarts anno 2000 is dat van een goed opgeleide, ijverig nascholende arts met vele uren beschikbaarheid, maar met een bijzonder zwakke positie in het gezondheidszorgsysteem tegenover de patiënt, de specialistische zorgverstrekkers en het ziekenhuis. Deze huisarts functioneert hoofdzakelijk in een solopraktijk met bijzonder weinig ondersteuning. De huisartsengeneeskunde heeft daarom nood aan een omvattend toekomstgericht project. In tien actiepunten wordt hier de reorganisatie van de huisartsengeneeskunde voorgesteld, die het moet mogelijk maken om een kwalitatieve...

In dit onderzoek wordt de klassieke, droge inspectie van het hoofd op luizen vergeleken met de nat-kam-test. Bij deze laatste test wordt het haar nat gemaakt en behandeld met een crèmespoeling. Twee teams van zes onderzoekers controleerden onafhankelijk van elkaar 224 kinderen in het Gentse. Het ene team deed dit met de droge methode; de andere groep met de nat-kam-test. Het besluit is dat de klassieke, droge methode een minder goede screeningsmethode is omwille van het hoge aantal vals-positieven en vals-negatieven. Of de nat-kam-test de nieuwe gouden standaard kan worden, zal verder...

Perifeer arterieel lijden is een belangrijk huisartsgeneeskundig probleem. De huisarts kan dit met eenvoudige middelen diagnosticeren en behandelen. Met het Doppleronderzoek is het mogelijk het perifeer arterieel lijden te objectiveren en het beloop te volgen. Op basis van de anamnese kan de huisarts uitmaken welke patiënten tot stadium I en II behoren en deze kan hij/zij zelf behandelen. Patiënten in stadium III en IV zal de huisarts doorverwijzen naar de vaatchirurg. De verschillende stappen in dit diagnostisch proces worden hier aan de hand van een casus geïllustreerd.

Om het resistentiepatroon van (on)gecompliceerde urineweginfecties te kennen, doet de huisarts meestal een beroep op een regionaal laboratorium. Kan de huisarts op deze gegevens vertrouwen om een antibioticabehandeling in te stellen? Uit dit onderzoek bleek dat het resistentieprobleem door het regionaal laboratorium nogal overschat wordt. Huisartsen riskeren hierdoor te snel naar producten met een te breed spectrum te grijpen.

In opdracht van het Vlaams Huisartsen Parlement (VHP) stelde de Stuurgroep Kwaliteitsbevordering dit consensusdocument over accreditering en kwaliteitsbevordering op. Na discussie en rondvraag in verschillende huisartsenorganisaties, werd het document in februari 1999 door de plenaire vergadering van het VHP goedgekeurd. De bedoeling van het document is om toekomstige voorstellen over accreditering en kwaliteitsbevordering van de Vlaamse huisartsen op basis van de voorliggende principes te beoordelen. Het is een compromistekst die probeert tegemoet te komen aan de belangrijkste gevoeligheden...

De begrippen "vrijheid van diagnose en therapie" zijn ty­pische producten van een "experience" based medicine: een geneeskunde gebaseerd op ervaring. Met de ontwikkeling van de "evidence" based medicine komt aan deze abso­lute vrijheid een einde: de arts heeft voortaan rekening te houden met wetenschappelijke feiten. Ook de "evidence based policy" legt beperkingen op: de middelen zijn niet langer onbegrensd waardoor keuzes moeten worden gemaakt. De professionele autonomie, die vroeger vanuit de individuele arts werd gedefinieerd, heeft hoe lan­ger hoe meer betrekking op het medische beroep als...

Medische informatie over patiënten wordt meer en meer op computerbestanden bewaard. Dit geeft heel wat mogelijkheden tot verwerkingen, zeker wanneer deze gegevensbestanden via netwerken met elkaar in ver­binding worden gebracht. Het beheer van deze gegevens en alle ethische, sociale en juridische implicaties die hierbij komen kijken, vormen een nieuwe uitdaging voor de huisarts. Als beheerder van het elektronisch medisch dossier over de patiënt, kan hij/zij hierin immers een cruciale rol gaan spelen.