Menu

Tijdens het hooikoortsseizoen wordt neusloop al snel geassocieerd met allergische rhinitis. Toch zijn er voor neusklachten ook vele andere oorzaken mogelijk, zoals in deze klinische les wordt aangetoond. Welke ziektebeelden kan de huisarts overwegen, welke lichamelijke of labo-onderzoeken zijn noodzakelijk en hoe wordt het best behandeld, medicamenteus en preventief?

Na het verschijnen van de aanbeveling ‘Gebruik van medicatie bij urgenties’ kregen we van verschillende artsen vragen, suggesties en opmerkingen. Deze reacties geven aan dat de aanbeveling op een kritische manier wordt gelezen, wat de noodzakelijke voorwaarde is tot implementatie in de praktijk. In deze lezersbrief zullen we enkele punten verder toelichten waarover vragen of onduidelijkheid bestaan.

Begin november verscheen een nieuwe editie van de ‘Belgische gids voor anti-infectieuze behandeling in de ambulante praktijk’. Deze gids vermeldt per aandoening kort wat de indicaties zijn voor een behandeling met antibiotica of antivirale middelen en wat in dit geval de beste keuze is.

Sinusitis is een frequente aandoening die behoorlijk wat last kan geven en lang kan duren. Uit tal van studies weten we dat antibiotica nauwelijks helpen. Toch speelt er zich onmiskenbaar een ontstekingsproces af: mensen hebben pijn, de slijmvliezen zijn gezwollen, de neusloop is dik en overvloedig.

Overgewicht en sedentair leven gaan vaak samen. Bij mensen van middelbare leeftijd is het ondertussen goed gekend dat zowel het één als het ander het mortaliteitsrisico doet toenemen. Bij ouderen (>60 jaar) is dit minder duidelijk.

Kinderen zijn heel vaak verkouden en hoesten dan ’s nachts zichzelf en hun ongeruste ouders uit de slaap. Hoestsiropen zijn niet alleen zeer weinig effectief, ze zijn bij kleine kinderen ook niet veilig. Dextromethorfan bijvoorbeeld remt de hoest niet beter dan placebo bij kinderen en kan aanleiding geven tot excitatie, hallucinaties en zelfs ademhalingsdepressie; en clobutinol (Silomat®) is recent van de markt gehaald omwille van QT-verlenging. Bij hoestende kinderen raadt men aan om eenvoudigweg géén medicatie te geven, het gaat immers vanzelf over. Of, als het niet anders kan, een ‘sirupus...

In de ontwikkeling van een aanbeveling is er een onmisbare en belangrijke fase: de toetsing door de eindgebruiker of huisarts voor validatie en publicatie. Deze toetsing, die ook internationaal gevraagd wordt, gebeurt in Vlaanderen goed voorbereid, zeker in vergelijking met andere landen. Meestal gaat het om interactieve Lok-toetsingen waarbij de aanwezige artsen nagaan of de aanbeveling ook haalbaar en toepasbaar is in de praktijk.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom verheldert de huisarts de vraag van de patiënt door een gepaste communicatie en geeft informatie over alle aspecten van de mogelijke beleidsopties. Het kan dus voorkomen dat huisarts en...

De lancering van de eerste Europese Antibioticadag door het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC, http://antibiotic.ecdc.europa.eu/) op 18 november van dit jaar toont aan dat de antimicrobiële resistentie nog steeds een prioriteit vormt voor de Europese Unie en haar lidstaten. Meer dan tien jaar geleden was ‘the microbial threat’ (de microbiële dreiging) de eerste van een reeks gesloten conferenties van de EU die microbiële resistentie tot een officieel thema van de EU maakten.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom verheldert de huisarts de vraag van de patiënt door een gepaste communicatie en geeft informatie over alle aspecten van de mogelijke beleidsopties. Het kan dus voorkomen dat huisarts en...