Menu

Bestaat er een subgroep van patiënten met acute rhinosinusitis die baat hebben bij een behandeling met antibiotica? In deze ‘individuele patiëntendata meta-analyse’ kon deze groep alvast niet geïdentificeerd worden. In de huisartsenpraktijk blijft de richtlijn dus dezelfde: behandeling met antibiotica is bij acute rhinosinusitis weinig zinvol. ‘Watchful waiting’ en symptomatische behandeling blijven wel aangewezen bij de meeste patiënten met rhinosinusitisklachten, tenzij er ernstige complicaties zijn.

Het is algemeen bekend dat lichaamsbeweging het cardiovasculaire risico gunstig beïnvloedt en dit wordt nog eens onderstreept in de aanbeveling ‘Globaal Cardiovasculair Risicobeheer’ die binnenkort gepubliceerd zal worden. Maar misschien is bewegen voor nog meer goed?

H2-antihistaminica en protonpompinhibitoren worden steeds vaker en langduriger gebruikt. Al sinds de introductie van deze producten rijzen er vragen over de veiligheid van een langdurige onderdrukking van het maagzuur, waarbij men vooral beducht is voor een verhoging van het risico op adenocarcinoma van de maag en slokdarm.

Het metabole syndroom (hyperglykemie, insulineresistentie, hyperinsulinemie, hypertensie, obesitas, dyslipidemie) gaat samen met een verhoogd cardiovasculair risico. Bij mensen met dit syndroom stelt men verhoogde inflammatoire parameters en een verminderde endotheliale functie vast.

De appendix bevindt zich anatomisch dicht in de buurt van de uterus, rechter tuba en het ovarium. Het is dan ook niet te verwonderen dat de klinische differentiële diagnose tussen acute appendicitis en pelvic inflammatory disease (PID) moeilijk is.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom verheldert de huisarts de vraag van de patiënt door een gepaste communicatie en geeft informatie over alle aspecten van de mogelijke beleidsopties. Het kan dus voorkomen dat huisarts en...

Volgens een aantal gerandomiseerde studies zouden antibiotica toch een effect kunnen hebben in de behandeling van acute rinosinusitis bij een minderheid van de patiënten. Deze studie ging op zoek naar de identificatie van deze patiëntengroep. Hoe kunnen ze herkend worden in de huisartsenpopulatie? Welke symptomen vertonen ze? En is de prognose met een antibioticabehandeling in deze groep beter dan placebo? Uit dit onderzoek bleek alvast dat het onmogelijk was om op basis van symptomen en abnormale radiografieën deze patiëntengroep te identificeren.

Wat verwachten patiënten met acute keelpijn van hun bezoek aan de huisarts? Willen zij vooral een antibioticum of eerder geruststelling en meer informatie over het ziekteverloop? Uit dit onderzoek blijkt dat patiënten die naar een antibioticum vragen, vooral hopen op pijnstilling. Dit misverstand kan worden verholpen door een efficiëntere communicatie waarin gepeild wordt naar de werkelijke verwachtingen van de patiënt. Wellicht is het aanbieden van goede pijnstilling een beter antwoord op de vraag van de patiënt en kan dit bijdragen tot het rationeler voorschrijven van antibiotica bij acute...

Het antwoord op de vraag waarom aan huisartsengeneeskundig onderzoek wordt gedaan is heel simpel: om onze patiënten een betere zorg te kunnen bieden! Het volstaat immers niet om onderzoeksresultaten uit de tweede lijn gewoonweg te extrapoleren naar de eerste lijn. De huisartsengeneeskunde is een unieke discipline, met ‘context’ en ‘gemeenschap’ als belangrijke facetten. Aan wat moet huisartsengeneeskundig onderzoek dan voldoen? Dit artikel stelt een kader voor dat kan helpen om vragen in de huisartsengeneeskunde, waarop we een antwoord willen om de kwaliteit van zorg aan onze patiënten te...

Het proefschrift van collega De Sutter over acute infecties van de neus en de sinussen bestaat uit vijf studies en één aanbeveling voor goed gebruik van antibiotica bij acute rhinosinusitis. Het wordt hier becommentarieerd door Marc Lemiengre, hoofdredacteur. Aanvullend draagt collega De Sutter oplossingen aan voor twee vragen die in haar proefschrift onbeantwoord bleven: welke patiënten hebben baat bij antibiotica en wat kunnen artsen doen om de duur van de klachten te verminderen?