Menu

Navormingsactiviteiten zijn essentieel om als arts bij te blijven. Ze zijn bedoeld om de kwaliteit van het dagelijks handelen in de praktijk aan te passen aan de veranderende inzichten en de daaruit volgende normen die binnen de beroepsgroep gelden. Maar hoe vaak bereikt een navormingsactiviteit in de praktijk dit nobele doel?

Flavanoïden komen voor in vele plantaardige voedingsmiddelen en worden al langer in verband gebracht met een beter cognitief functioneren. De flavanoles zijn hiervan een subklasse en zijn terug te vinden in cacao, groene thee, rode wijn en sommige vruchten. Van deze flavanoles is aangetoond dat ze de achteruitgang in het cognitief functioneren, eigen aan veroudering, kunnen vertragen en zelfs omkeren.

Kwaliteitsvolle arts-patiëntcommunicatie behoort tot de kerncompetenties van de huisartsgeneeskunde. Het blijkt echter dat huisartsen in opleiding (haio’s) onder het verwachte niveau presteren op het einde van hun opleiding.

De huidige versie van het Leuvens Consultatiemodel werd getoetst aan de inzichten uit de actuele internationale literatuur. Vraag is of dit model alle essentiële elementen bevat en waarin het zich onderscheidt van andere modellen.

Het Leuvens consultatiemodel is een bruikbaar kader om de raadpleging op zinvolle wijze te laten verlopen. Een cruciaal element hierin is de oriëntatie die peilt naar de ideeën, de beleving en verwachting van de patiënt.

Heel wat collega’s verlenen hun medewerking aan onderzoeksopdrachten van de vier universitaire centra voor huisartsgeneeskunde, inmiddels uitgegroeid tot volwaardige academische onderzoekscentra. Deze rubriek wil meer ruchtbaarheid geven aan het vaak uitstekende werk van onze collega-onderzoekers die internationaal publiceren.

De meeste klachten waarmee een patiënt bij de huisarts komt, zijn ‘alledaags’: veelvoorkomend, niet-chronisch en niet op een ernstige aandoening wijzend. Daarbij komen nogal wat van deze patiënten vaker dan één keer op consultatie binnen eenzelfde ziekte-episode. In de meeste gevallen is er geen reden tot ongerustheid.

De voorbije twintig jaar is het bewustzijn gegroeid dat de zorg rond het levenseinde beter kan. Palliatieve zorg heeft dan ook (gelukkig maar) een duidelijke vooruitgang geboekt, samen met de ontwikkeling van initiatieven van vroegtijdige zorgplanning.

Een wetenschappelijk artikel over ‘stripverhalen’ in één van de belangrijkste Engelstalige medische tijdschriften? Het kan! In de British Medical Journal was onlangs een dergelijk artikel in de rubriek ‘analysis’ terug te vinden.

De controverse over het nut van prostaatkankerscreening werd recent nog in deze rubriek besproken. Hieruit bleek dat het raadzaam is om de patiënt die ons een ‘PSAtest’ vraagt, te wijzen op het eerder bescheiden effect op de mortaliteit van zulke screening.