Menu

We zitten over de helft van de ‘alcoholvrije maand’. Elk jaar biedt februari een reflectieperiode over het persoonlijke gebruik van alcohol. Voor sommigen een makkie, zeker voor wie een leven lang geen druppel heeft gedronken. Maar heel wat mensen die zichzelf als ‘sociale drinkers’ zien, komen toch moeilijke momenten tegen om een hele maand neen te zeggen tegen de, in onze contreien, ingeburgerde socializer.

‘W aarom niets doen zo lastig is’ is de titel van een stukje uit Huisarts en Wetenschap. Het artikel gaat over ons omgaan met psychische klachten: hoewel er een grote rijkdom aan mogelijkheden schuilt in het gewoonweg actief luisteren en het niet direct classificeren van iemands klachten, wordt er te veel doorverwezen voor diagnostiek.

De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat 1 tot 3% van de bevolking een verstandelijke beperking heeft (met een IQ onder de 70). De helft van hen woont niet in een residentiële setting, maar maakt deel uit van onze leefgemeenschap.

Er is een grote verandering bezig in de wereld van handicap. Waar de vorige eeuw de zorg voor mensen met een (verstandelijke) beperking vooral plaatsvond in aparte instellingen, vaak ver weg van de bewoonde wereld, is er meer een proces van de-institutionalisering en maatschappelijke inclusie. Dat uit zich in verschillende aspecten van transformatie, waarbij de grote ‘voorzieningen’ (‘instellingen’) nu kleinschalige woonprojecten opstarten.

Kan kansarmoede een voldoende voorwaarde vormen voor een depressie? Die vraag bekruipt me wanneer de adviserend arts van de mutualiteit me vraagt om de reden van een langdurig ziekteverlof toe te lichten, gedocumenteerd met specialistische verslagen.

Naast dagelijkse patiëntenzorg en de routine van de praktijkorganisatie zijn er voortdurend ontwikkelingen waar huisartsen ‘iets mee moeten’: nieuw wetenschappelijk onderzoek, richtlijnen en nascholing, extra IT-mogelijkheden, samenwerking in eerstelijnszones, de New Deal, enz. Hoe hiermee omgaan? Zin om te experimenteren met de nieuwe inzichten of toch eerder afwachten?

In België zal één vrouw op vijf ooit in haar leven een zwangerschap laten afbreken. Tijd dus om dit op een normale manier te bespreken en komaf te maken met alle misverstanden en mythes.

Ooit vertelde een koppel mij tijdens het spreekuur waarom hun zoon, volgens hen, nooit de korsten van zijn boterhammen wilde eten. “Korsten”, legden ze me uit, “betekenen verbrand! En alles wat verbrand is, leidt uiteindelijk tot kanker. Doordat kinderen dichter bij de natuur staan, voelen zij dat nog aan. Wij daarentegen zijn te vervreemd van de natuur geraakt om dat nog te voelen.”

Vrouwen in Nederland die een ongewenste zwangerschap tot veertien weken willen afbreken, kunnen sinds 1 januari 2023 ook bij hun huisarts terecht voor een medicamenteuze behandeling, de abortuspilprocedure. Hierdoor hopen de initiatiefnemers van de wet de abortuszorg toegankelijker en kwalitatiever te maken. Deze aanpassing spoort ook met de richtlijn van de Wereldgezondheidsorganisatie om abortus tijdens het eerste trimester van de zwangerschap aan te bieden in de eerste lijn.

In het artikel ‘Statine-intolerantie en (sterk) verhoogd cardiovasculair risico: alternatieven voor statinebehandeling’ (Huisarts Nu 6, december 2022) was ik verwonderd over de conclusie. In het besluit las ik dat ezetimibe het meest gebruikte alternatief is wegens ‘het bewezen voordeel om cardiovasculaire events te voorkomen’. Dat was me niet bekend.