Menu

Als Turks meisje huisartsgeneeskunde studeren en daarna ook als huisarts aan de slag gaan, is niet vanzelfsprekend. Een allochtone huisarts trekt vooral ‘vreemde’ patiënten aan; de autochtone bevolking blijft vaak weg of komt alleen als ze geen andere keuze heeft.

Sommige familiegeschiedenissen grenzen aan de rand van het ongelooflijke. Soms blijken onze inmenging en invloed maar bijzonder klein te zijn. En onze normen, die we willen opleggen, overbodig. Soms hebben we eigenlijk niets te zeggen. En misschien is dat maar goed ook.

De communicatiemiddelen zijn enorm geëvolueerd, zodat familie toch in contact kan blijven met opgenomen patiënten. Waar is de tijd toen je nog alleen het diensthoofd telefonisch kon bereiken, die dan zuchtend en tergend traag iemand stuurde om de patiënt te gaan halen?

Dit was veel erger dan een miskraam. In haar was een misvormd kind gegroeid dat geen hersenen had: anencefalie. De zwangerschap werd afgebroken: ‘niet-leefbaar kind’ had de gynaecoloog haar verzekerd.

Mensen en huisdieren zijn een verhaal apart. De liefde voor een trouwe viervoeter kan grenzeloos zijn en zo ook het rouwproces bij verlies. Een rouwproces, laat staan een pathologisch rouwproces, is dan ook niet het alleenrecht voor verlies van naasten en geliefden. Toch is het altijd een beetje schrikken, als het ziektegevoel overrompelend is. Eén volledige week werkonbekwaamheid lijkt me erover, maar is klaarblijkelijk aanvaardbaar. Meer nog, als collega’s hierover een opmerking durven maken, kan het kot te klein zijn. Zelfs al ben je psycholoog van opleiding.

Jaren geleden ‘s nachts. Het was een korte nacht. Ik had voor een wachtdienst op die zondag behoorlijk doorgewerkt en was tegen twaalven in mijn bed geraakt. Om half drie gaat de telefoon: of ik direct kan komen?

Van streekwacht zijn: altijd iets speciaals. Minder goed slapen, omdat je weet dat men je kan wakker bellen. Ook wat slechtgezind, omdat de anderen vrij hebben en jij niet. Maar ook spannend, want je weet niet wat er komen zal. Wie zal je zien? Zal je de taak aankunnen? Zit alles in je trousse? Zijn de medicamenten niet verlopen? Zal het te druk zijn of net niet druk genoeg?

Gerda komt voor de eerste keer op de praktijk langs. Ze is kunstschilder, woont samen met haar vriend in de buurt en heeft een gehuwde dochter. Gerda nadert de zestig en komt op consultatie wegens hielsporen. Daar heeft ze al lang last van, vooral aan de rechtervoet heeft ze veel pijn.

Deze familie kende ik al heel lang. Een neef was een goede vriend van mij en later bleek een tante van mij nog een tijd als meid gewerkt te hebben in het huishouden. Ze woonden in een, voor mij toen, imposant huis met een muziekkamer en een bibliotheek en veel burgerlijke stijfheid.

De ene patiënt is de andere niet. De ene zie je zitten, de andere minder. Van de ene verdraag je eigenlijk te veel zonder morren en de andere heeft het verkorven nog voor je hem of haar ziet.