Menu

Onder dokters wordt weleens gezegd dat een huisarts een afspiegeling is van zijn patiënten, of ze tenminste verdient. We leven in een wereld van expert opinions, dus ik laat het aan elke lezer om dit zelf na dit verhaal te beoordelen.

In de agenda van de huisartsenpraktijk staat Henk genoteerd, een 60-plusser met een nieuwe diagnose van diabetes type 2. De huisarts brieft me vooraf.

Vrijdag 15 oktober 2020. Er komt een mail binnen van LEIFAntwerpen: ‘Huisarts-in-opleiding zoekt een arts die in contact kan komen met een patiënte en de vraag naar euthanasie kan beoordelen, eventueel ook om de euthanasie uit te voeren.’

Mocht er een olympische medaille bestaan voor hypochondrie, dan wint Didier met de vingers in de neus de gouden plaque. Didier is een krasse slanke zestiger, wandelt veel, speelt trompet op hoog niveau en geniet, zoals men zegt, van een welverdiend pensioen. Dat pensioen geeft hem echter meer tijd om zijn symptomen uit te vergroten, zodat somatiseren een soort onbetaalde flexijob is geworden.

Op een zonnige woensdag pak ik het ECG-toestel zorgvuldig in in de bijbehorende zwarte tas. Dubbelchecken of ik alle onderdelen bij heb, want ik ga een ECG afnemen bij Marc, een man van begin 70 jaar. Hij woont op wandelafstand van de praktijk, maar kan niet naar de praktijk komen door aanslepende rugpijn.

Michels papa is heel oud geworden, wel negentig. Hij was een artisanaal ijsventer, maakte ambachtelijk ijs, specialiteit banaan en pistache. Wie kan nu tegen ijs, dat het leven verlengt, zijn? Mocht de prijs van ijs door de stijgende grondstoffen pieken, dan wordt dit toch gesubsidieerd. Alles voor de gezondheid, toch? Met een beetje verbeelding kun je het groen als blauw zien en is er nog eens steun voor de correcte strijdende partij.

Mijn eerste schooldag als student verpleegkunde, dertien jaar geleden: vooraan in de aula geeft een gepassioneerde, ervaren verpleegkundige ons informatie over het lessenpakket, de stages en ook het verloop van de examens. Ze besluit haar uitleg met een vurig betoog: “En knoop dit goed in jullie oren: jullie zijn geen verpleegsters, jullie zijn verpleegkundigen.”

Vijfentwintig lentes maar ook winters, zit voor mij, wenend. Ze komt op gesprek, net zoals haar mama dat vroeger deed. Ik reik de zakdoeken aan.

Zoals het een Noël betaamt, is hij geboren op kerstdag, enkele jaren na de Tweede Oorlog. Goed bewaard, wat van z’n broers en zussen niet gezegd kan worden, want die hebben op relatief jonge leeftijd het tijdelijke met het eeuwige verwisseld wegens hartfalen, na één of meerdere infarctjes.

Ghislain is een klassieke Franse voornaam met Germaanse roots. Het betekent ‘speer’ en daar heeft deze patiënt ook iets van weg: ranke verschijning, ondanks zijn 74 jaar, die zich door het leven spietst, altijd gehaast, te voet of op zijn elektrische fiets de lucht doorklievend.