Menu

De biologische mechanismen waardoor zwangere vrouwen in kwetsbare levensomstandigheden belaagd worden, komen stap voor stap in beeld. Dat biedt aanknopingspunten om interventies op te volgen via het registreren van biologische parameters. Het uiteindelijk doel is het creëren van een leefklimaat voor de moeder waarbij het ongeboren kind zich optimaal kan ontplooien.

Schoolprogramma’s blijken een relatief klein effect te hebben op de obesitasontwikkeling van schoolgaande kinderen met een gemiddelde BMI-verlaging van 0,11 kg/m³. Het is moeilijk om de effectiviteit van specifieke voedingsinterventies onderling te vergelijken en te onderbouwen met evidence. Toekomstig onderzoek houdt, naast lichaamsgewicht, best ook rekening met andere uitkomstmaten, zoals algemeen welzijn, levensstijlveranderingen en voedingskeuzes van kinderen en hun ouders.

Baarmoederhalskankerscreening bij vrouwen jonger dan 25 jaar is niet zinvol om invasieve cervixkankers vroegtijdig op te sporen en leidt tot aanzienlijke schade voor de reproductieve gezondheid. Bovendien heeft het een negatief effect op de psychologische en seksuele gezondheid.

Preconceptiezorg in de eerste lijn, inclusief korte en intensieve voorlichting (niet noodzakelijk door een huisarts), aanvullende medicatie en dieetaanpassing, is effectief in het verbeteren van gezondheidskennis en het verminderen van preconceptierisicofactoren bij vrouwen, terwijl voor mannen het bewijs beperkt is. Of het de zwangerschapsuitkomsten kan verbeteren, is nog niet duidelijk.

De bekende voordelen op het mentaal welzijn van wonen aan de kust gaan misschien niet op voor vrouwen met reële gedachten over suïcide. Het is mogelijk dat deze blauwe omgeving emoties versterkt en de drempel verlaagt om tot zelfdoding over te gaan.

Deze studie ondersteunt de hypothese dat maternale intake van ultrabewerkte voeding tijdens de kindertijd en adolescentie positief geassocieerd is met het risico op overgewicht of obesitas tijdens de kindertijd of adolescentie. Deze data ondersteunen het blijvend belang van het verfijnen van voedingsadviezen en de ontwikkeling van programma’s om de voeding van vrouwen in hun reproductieve leeftijd te verbeteren met als doel de gezondheid van hun kinderen te promoten.

Deze studie toont aan dat een gezonde levensstijl geassocieerd is met een tragere achteruitgang van het geheugen, ook bij personen met een verhoogde genetische vatbaarheid. Gezien we onze levensstijl relatief makkelijk kunnen aanpassen, kunnen we op deze manier de achteruitgang van ons geheugen proberen te vertragen.

Uit deze studie komt heelkunde als een effectieve en goed verdragen behandeling voor adolescenten met ernstige obesitas naar voor. Ze resulteert in substantieel gewichtsverlies en ernstige nevenwerkingen zijn weinig frequent. Bariatrie lijkt bovendien effectiever te zijn dan intense niet-heelkundige therapie ter verbetering van metabole risicofactoren, fysieke levenskwaliteit en ongecontroleerd eten.

Er bestaat een significant verband tussen een verhoogde genetische vatbaarheid voor schizofrenie en minder gunstige cardiale fenotypes. Deze structurele en functionele cardiale variaties gaan gepaard met een hoger risico op cardiovasculaire events, wat deels de verhoogde cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit in deze populatie kan verklaren.

Het gebruik van placebo’s is goed gekend in het klinisch wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van behandelingen. De geviseerde therapie moet dan een extra (significant) effect laten zien bovenop het ‘placebo-effect’. Deze algemeen aanvaarde researchopstelling houdt in dat het toedienen van een placebo een waarneembaar therapeutisch effect heeft.