Tot op heden werd aangenomen dat er bij kinderen een verband bestond tussen persisterende middenooreffusie in hun jonge levensjaren en latere ontwikkelingsachterstand. In een studie, besproken in Minerva, rapporteerden de auteurs eerder al dat bij kinderen met persisterende middenooreffusie en jonger dan drie jaar, onmiddellijk plaatsen van buisjes (tympanostomie) vergeleken met uitgesteld plaatsen niet resulteerde in een betere taal-, spraak- of psychologische ontwikkeling op drie, vier of zes jaar.