Menu

Slechts een klein deel van de patiënten met chronische nierinsufficiëntie zal uiteindelijk evolueren naar terminaal nierfalen en nood hebben aan niervervangende therapie. Er zijn twee belangrijke indicatoren die enigszins deze evolutie kunnen voorspellen. Enerzijds is een snelle achteruitgang van de glomerulaire filtratieratio (GFR) een voorspellende factor; anderzijds is de proteïnurie een marker voor glomerulaire schade. De albumine-creatinineverhouding blijkt een haalbare en voldoende gevalideerde test voor de opsporing van proteïnurie in de huisartsenpraktijk. Het gebruik van deze test...

Duizeligheid is een frequente klacht én een diagnostische uitdaging voor de huisarts. Als de patiënt een niet-westerse achtergrond heeft, is die uitdaging nog groter. Het is dan belangrijk om tijdens de anamnese de klachten en symptomen juist te benoemen en te communiceren. Klinisch onderzoek is vaak weinig discriminerend. De indeling van duizeligheid in vertigo, presyncope, disequilibrium en niet-specifieke duizeligheid blijkt bovendien vaak niet zinvol. Symptomen zoals episodeduur en uitlokkende factoren hebben meer gewicht en blijken beter te discrimineren.

Huisartsen hebben nood aan een onderbouwd en op de praktijk gericht zorgprogramma voor palliatieve patiënten. Op basis van het Engelse ‘Golden Standards Framework’ besloot de werkgroep Palliatieve zorg van Domus Medica hierover een project op te starten, dat resulteerde in het ‘Huisarts in Programma Palliatieve Zorg (HiPP). Dit programma wil mee bijdragen aan een verbetering van de organisatie en kwaliteit van de zorg tijdens de laatste levensfase, zowel voor de patiënt als zijn omgeving. Dit artikel is een samenvatting van het onderzoek in het kader van een master-na-masterthesis...

Mindfulness- en cognitieve gedragstherapeutische technieken kunnen de huisarts helpen in de begeleiding van patiënten die lijden aan chronische pijnen, depressie, vermoeidheid,… Milde open aandacht in een geduldige opbouwstrategie is daarbij een essentiële voorwaarde. De patiënt krijgt hierdoor de nodige ruimte om zich de technieken eigen te maken en er zelf op een creatieve en persoonlijke manier mee aan de slag te gaan. In dit artikel worden enkele leerpunten vanuit de cognitieve gedragstherapie en mindfulness toegelicht aan de hand van twee patiëntenverhalen.

De omvang van de met suïcide gerelateerde gezondheidsproblemen werd in het artikel ‘Suïcaal gedrag: Epidemiologie en risicofactoren’ van G. Portzky (Huisarts Nu 2010;39:12-20) uitvoerig besproken. In dit artikel willen we de taak van de huisarts met betrekking tot suïcidepreventie nader toelichten en de huisarts ondersteunen in het begeleiden van adolescenten, volwassenen en ouderen met suïcidale gedachten en van hun directe omgeving. Suïcidepreventie bij kinderen onder de 15 jaar vraagt een specialistische begeleiding en wordt hier niet behandeld. Voor de algemene aanpak van depressie wordt...

Met dit derde artikel in de reeks over suïcidepreventie willen we huisartsen een leidraad bieden om suïcidaliteit bij hun patiënten te detecteren en om het risico op effectief suïcidaal gedrag in te schatten. We beperken ons daarbij tot suïcidaliteit bij volwassenen en ouderen zonder ernstige psychotische stoornissen.

Omdat er nogal wat verschillen bestonden in de aanvraag van labotests tussen de huisartsen, werkte deze groepspraktijk een praktijkrichtlijn uit om dit efficiënter te laten verlopen. Op basis van de belangrijkste aanbevelingen (Domus Medica, NHG, LESA ,…) werd een ‘praktijkrichtlijn laboratoriumdiagnostiek’ over chronische aandoeningen, acute aandoeningen en preventieve doeleinden opgesteld, die daarna aan de praktijk werd getoetst. In een volgende fase zal het gebruik van de richtlijn ook geanalyseerd worden.

Na een ‘critical incident’ in hun praktijk besloot het Praktijkhuis in Baarle-Hertog een ‘call-recallsysteem’ voor hun Belgische anticoagulatiegebruikers op te stellen, naar analogie met de professionele trombosedienst voor hun Nederlandse patiënten. In dit systeem neemt de praktijkverpleegkundige de volledige organisatie op zich, roept patiënten op en stelt hun medicatie bij, onder supervisie van de huisarts. Deze interventie leidde tot grote tevredenheid van de patiënten en praktijkmedewerkers. Bovendien was de instelling van de anticoagulatie bij deze patiënten even goed geregeld en deden...

Hoewel rouw meestal ongecompliceerd verloopt en geen tussenkomst van de huisarts vereist (zie: Deel 1 over ongecompliceerde rouw in het vorige nummer van Huisarts Nu, blz. 229-35), kan het rouwproces ook extreme vormen aannemen. Een aantal factoren zoals een plotse of gewelddadige dood of individuele factoren maken sommige patiënten ‘at risk’ voor een gecompliceerd rouwproces, een rouwgerelateerde depressie- of angststoornis. Hoe kan de huisarts deze patiënten begeleiden om de draad terug op te pikken? Welke niet-medicamenteuze aanpak is zinvol en is medicatie nodig? En wanneer beslist de...

In Herent gingen een duo- en solopraktijk de uitdaging aan om samen te evolueren naar een interdisciplinaire eerstelijnspraktijk, met bijzondere aandacht voor kwaliteitsmanagement op het vlak van praktijkorganisatie en dienstverlening. Ook een jongere collega die een collega met pensioen opvolgde, kwam erbij. In dit artikel wordt geschetst welke weg ze de afgelopen twee jaar hebben afgelegd en wat de sleutelelementen zijn voor succes.