Menu

De borderlinepersoonlijkheidsstoornis wordt meer en meer erkend, wat zowel voor de patiënt als de begeleider een grote stap vooruit is. Toch is het werken met borderlinepatiënten zeker niet vanzelfsprekend. Door hun onveilige hechting hebben deze patiënten een fundamenteel wantrouwen tegenover anderen opgebouwd, waardoor ook de behandeling vaak moeizaam verloopt. Om te vermijden dat de huisarts te veel op zich neemt, moeten duidelijke afspraken worden gemaakt. Ook is doorverwijzing vaak noodzakelijk om de intense begeleiding meer te spreiden.

Bij screening op borstkanker wordt systematisch ook de densiteit van de borsten vastgesteld. Een hoge densiteit blijkt een belangrijke risicofactor voor borstkanker te zijn. Toch wordt deze informatie meestal niet aan de huisarts doorgegeven. Dit zou tot veel meer extra onderzoek leiden, met soms een grote angstinductie en nodeloze invasieve ingrepen voor de betrokken patiënte tot gevolg.

Hoe kan de huisarts een depressieve stoornis herkennen? Wanneer gaat het om een somatische aandoening? Wanneer is verwijzing noodzakelijk? En wanneer mag de huisarts op de eigen kracht van de patiënt en zijn sociale netwerk vertrouwen? Een aantal kern- en aanvullende symptomen kunnen helpen om een depressie van andere aandoeningen te onderscheiden en de patiënt ook beter te begeleiden.

In de aanbeveling van de Domus Medica over depressie, die binnenkort verschijnt, wordt uitgegaan van het biopsychosociale model. Hierin worden de belangrijkste biologische, psychologische en sociale achtergronden van de depressie samengebracht. Vanuit dit brede denkkader heeft de huisarts verschillende mogelijkheden om te behandelen.

Elke depressie grijpt in op de basale zijnsdimensie van de mens. Door die essentie van elke depressie te zien kan de huisarts gemakkelijker tot een diagnose komen. Drie begrippen uit de antropopsychiatrie kunnen helpen om deze aandoening van de fundamentele zijnsdimensie te herkennen: anhormie of het wegvallen van de levenskracht, anhedonie/anaesthesie of het verloren gaan van gewaarwordingen en arrhytmie of de verstoring van de levensritmes.

Elke huisarts wordt dagelijks geconfronteerd met klagende mensen. Wellicht één keer per dag met een patiënt die depressieve klachten verwoordt en bij wie je je de vraag moet stellen of die man of vrouw echt depressief is.

De communicatie tussen arts en patiënt verloopt bij lichamelijk onbegrepen klachten niet altijd even vlot. Soms heeft de arts het moeilijk om de patiënt met zijn klachten te blijven accepteren. Of de geruststelling door de huisarts heeft een omgekeerd effect en de patiënt verlaat de praktijk eerder ontevreden dan opgelucht. In het reattributiemodel leren huisarts en patiënt de klachten nauwkeuriger te omschrijven, te verbreden en samen een haalbare oplossing te zoeken. Dit model wordt toegelicht aan de hand van de casus van een vrouw met onverklaarde spierpijnen.

In hoeverre is het verantwoord in terminale situaties vocht en voeding te blijven toedienen? Na de jaren durende achteruitgang van de hier besproken alzheimerpatiënte Mia, komt voor haar toegewijde echtgenoot het moment om in te zien dat de uren die hij dagelijks besteedt aan het eetgebeuren, zinloos zijn geworden. Zijn aanvankelijk heftige verzet maakt na informatieve gesprekken met de huisarts en verpleegkundigen plaats voor rustige aanvaarding. Niet alleen naaste familie, maar ook verpleegkundigen zien deze primaire zorg als een morele plicht. De medische argumenten tegen deze opvatting...

De taboe rond sterven neemt stilaan af. Mensen praten steeds vaker ronduit over hoe en in welke omstandigheden ze al dan niet willen doodgaan, en wat er nadien met hun lichaam moet gebeuren. Huisartsen begeleiden patiënten in ziekte en gezondheid, maar ook wanneer het einde nabij is. Van hen wordt verwacht dat ze in hun relatie met patiënten de nodige ruimte creëren om wensen rond het levenseinde bespreekbaar te maken en eventueel vast te leggen. Drie wetten en een deontologische code van de Orde van Geneesheren zeggen iets over wilsverklaringen of -uitingen. Voor de huisarts niet altijd even...

Dit artikel is een update van de vergelijking van internationale aanbevelingen over prostaatkankerscreening verschenen in Huisarts Nu 2005;34(10) 1. Net zoals in 2005 werd voor dit opvolgrapport gezocht op de websites van de belangrijkste instanties die richtlijnen uitbrengen over prostaatkankerscreening. Hierna volgen de resultaten, die ook te raadplegen zijn op: www.domusmedica.be>Nieuws>Dossiers>Prostaatkankerscreening.