Menu

In een palliatieve zorgsituatie kunnen huisartsen en palliatief verpleegkundigen van elkaar leren. in de literatuur wordt dit beschreven als ‘werkplekleren’. In dit proefschrift wordt nagegaan of het trainen van palliatief verpleegkundigen tot facilitator van werkplekleren voor huisartsen in de praktijk haalbaar is.

Patiëntgerichte dokters hebben aandacht voor de zieke mens in zijn unieke context en voor de biopsychosociale factoren in het ziekteproces. Zij beschouwen de patiënt als een gelijkwaardige partner bij het nemen van beslissingen. Een gezonde arts-patiëntrelatie is voor hen een basisvoorwaarde voor goede geneeskunde.

Griep is de belangrijkste, jaarlijks terugkerende luchtweginfectie waarmee huisartsen geconfronteerd worden. Huisartsen spelen een belangrijke rol in het beheer van influenza. In de herfstperiode staan zij in voor de organisatie en uitvoering van de preventie.

Kwaliteitsvolle arts-patiëntcommunicatie behoort tot de kerncompetenties van de huisartsgeneeskunde. Het blijkt echter dat huisartsen in opleiding (haio’s) onder het verwachte niveau presteren op het einde van hun opleiding.

Gezien de toenemende diversiteit in onze samenleving krijgen artsen steeds vaker patiënten uit etnisch-culturele minderheden over de vloer. De grote linguïstische en culturele verscheidenheid van deze groep patiënten is voor artsen en andere gezondheidswerkers een uitdaging om gelijkwaardige zorg te bieden.

Dit proefschrift beschrijft de resultaten van het Diabetes Project Leuven, waarin wordt nagegaan of en hoe de diabeteszorg in ons land verbeterd kan worden. Dé grote wetenschappelijke uitdaging van dit project bestaat erin de gekende methodologische technieken van interventiestudies toe te passen op het relatief nieuwe terrein van kwaliteitsverbetering en richtlijnenimplementatie.

Een verrassend cijfer in dit proefschrift is dat 85% van de patiënten met een vermoeden van een ernstige hartziekte verwezen werd, onafhankelijk van de mate van zekerheid die de huisarts had over de diagnose. Dit wil ook zeggen dat 15% niet werd verwezen. Heel terecht stelt de auteur dan ook vragen over de drempels die huisartsen hanteren bij verwijzing.

In tegenstelling tot acute aandoeningen zijn chronische aandoeningen zoals diabetes zelden geneesbaar en vragen ze een levenslange opvolging. Het grootste deel van de dagelijkse aanpak (aanpassing van de leefstijl en vaak een combinatie van medicamenten) ligt in handen van de patiënten zelf. In dit werk werden verschillende manieren aangewend om te bestuderen hoe personen met diabetes type 2 ondersteund kunnen worden om hun aandoening aan te pakken.

Slapeloosheid, angst en stress zijn veelvoorkomend in ons dagelijks leven en zijn van alle tijden. Als dit probleem als erg storend wordt ervaren (bij één op vijf mensen) en men zoekt hulp bij een hulpverlener in de eerste lijn, dan komt men meestal bij de huisarts terecht. Uit een vroegere studie van Project Farmaka bleek dat gemiddeld 60% van de klachten voor angst en zelfs tot 68% van de insomniaklachten medicamenteus behandeld worden. Medicamenteus betekent in 79% benzodiazepines voor angst en voor insomnia is dit zelfs tot 98%. Volgens de gezondheidenquête slikt één op de twee gebruikers...

De voorbij tien jaar heeft de huisartsgeneeskunde belangrijke wijzigingen ondergaan, zoals de professionalisering van de hulpverlening buiten de kantooruren door middel van huisartsenwachtdiensten’. De eerste huisartsenwachtpost in Deurne-Borgerhout, opgericht in 2003, is hiervan het meest bekende voorbeeld.