Menu

In deze bijdrage wordt een proces beschreven van vijf huisartsen die van een solopraktijk, via een netwerk, geëvolueerd zijn naar een ‘HOED’ (huisartsen onder één dak). Om tot een optimale en goed functionerende praktijk te komen hanteerden ze een tienstappenplan dat vertrekt vanuit een duidelijke visie en missie. Ook tien raadgevingen om beter te samen te werken werden besproken en opgevolgd. Dankzij deze grondige voorbereiding en aangepaste nieuwbouw bleek na tweeënhalf jaar functioneren deze formule zowel voor de artsen als de patiënten een succes.

Via de introductie van een zorgcoördinator in een zorgregio kan een veranderingsproces op gang gebracht worden met als doel tot een sterker geprofileerde en professioneel georganiseerde eerste lijn te komen. Deze hypothese werd uitgetest in een onderzoeksproject dat in de zorgzone Halle van oktober 2003 tot september 2004 liep. De ervaringen werden gebundeld in een ‘generiek scenario’ voor veranderingsmanagement in de eerste lijn, dat ook in andere regio’s kan worden toegepast.

Personen die van een intramurale setting naar een thuiszorgsituatie overgaan, komen vaak in een zorgvacuüm terecht. Dikwijls is de thuiszorg na ontslag uit het ziekenhuis nog niet georganiseerd en kunnen ze voor onmiddellijke hulp ondertussen niet terecht in het reguliere zorgcircuit. In Antwerpen liep in 2001 een project waarbij cliënten met een dringende nood aan hulp en ondersteuning na een ziekenhuisontslag, een beroep konden doen op kortstondige of éénmalige hulp- en dienstverlening aan huis. De bedoeling van dit initiatief was een naadloze transfer te realiseren tussen de verschillende...

Sinds geruime tijd ontstaan in de eerste lijn tal van samenwerkingsinitiatieven met de bedoeling de zorg voor patiënten beter te stroomlijnen. Eén ervan is het samenwerkingsprotocol voor wondverzorging in de thuiszorg, een initiatief van de SamenwerkingsInitiatieven Thuiszorg (SIT) West-Vlaanderen, dat een betere communicatie beoogt tussen huisartsen en thuisverpleegkundigen.

Wanneer huisartsen geconfronteerd worden met patiënten van wie de gezondheidstoestand niet verbetert, dan hebben ze vaak de neiging door te verwijzen naar de tweede lijn. Voor sommige patiënten is dat een juiste beslissing, maar voor anderen is dat niet nodig. Voor hen kan een beroep worden gedaan op de ‘collegiale consultatie’. Dit artikel beschrijft de resultaten van een onderzoek over deze samenwerkingsvorm tussen huisartsen en psychiaters in de regio Brugge. De auteurs koesteren de hoop dat de aangereikte inzichten in een bredere context worden toegepast.

Naar aanleiding van het onderzoeksproject ‘Kinderen in Ziekenhuizen’ (zie blz. 137) peilde dit kleinschalig onderzoek naar de kwaliteit van de samenwerking tussen huisartsen en kinderartsen in Oost-Brabant. Hoewel deze in het algemeen niet echt slecht te noemen is, zijn er toch enkele hete hangijzers: gebrekkige communicatie (laattijdige verslaggeving, te weinig telefonisch contact), aanwezigheid van een structurele concurrentiesituatie, late doorverwijzing naar de kinderarts, geringe terugverwijzing naar de huisarts,…. Een structurele aanpak zou de bestaande samenwerking kunnen verbeteren. De...

Verschillende medische disciplines vissen vaak in dezelfde vijver. Dat kan wel eens tot spanningen leiden. Voor de pediatrie is dat niet anders. In België wordt zowat 75 % van de consultaties en huisbezoeken bij kinderen tot zestien jaar verstrekt door de huisarts. Daarnaast starten afgestudeerde kinderartsen liever met een privé-praktijk, omwille van de zware werkomstandigheden en de ondermaatse honorering in het ziekenhuis. Dit artikel analyseert op basis van RIZIV- en ziekenfondsgegevens het huidige spanningsveld en breekt een lans voor de herwaardering van de pediatrische...

Overal in Vlaanderen ontstaan lokale samenwerkingsinitiatieven tussen huisartsen onderling, maar ook met andere beroepsgroepen uit de eerste en tweede lijn. Stilaan komen artsen tot het besef dat de medische entourage van de patiënt optimaal moet worden benut. Hieronder volgen vier concrete voorbeelden van multidisciplinaire samenwerkingsprojecten: hoe zijn ze ontstaan, welke werkmethode hanteren ze, wat beogen zij op lange termijn en vooral, wat kunnen wij eruit leren?

Zelfs met de beste voornemens en de meest duidelijke afspraken zorgen kleine dingen des levens vaak voor een groeiend gevoel van onvrede in de samenwerking. Uit angst om de andere te kwesten of de samenwerking schade toe te brengen, zwijgen we en laten we de zaken op hun beloop. Dergelijke knelpunten moeten toch snel worden aangepakt, wil men de samenwerking niet in het gedrang brengen. Het regelmatig inlassen van intervisiemomenten, bij voorkeur met een externe begeleider, zorgt ervoor dat de fundamenten van de samenwerking worden versterkt.

De meeste huisartsen beseffen het nut en de voordelen van samenwerken. Maar welke randvoorwaarden zijn er nodig om van samenwerking een succes te maken? In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid werd in 2001 een 200-tal huisartsen hierover bevraagd. Een forfaitair betalingssysteem voor de niet-prestatiegebonden taken wordt door 63,6 % van hen als essentieel geacht om goed te kunnen samenwerken. Ook logistieke ondersteuning, degelijke infrastructuur, geregeld overleg, goede taakafspraken, gemeenschappelijke visie en doelstellingen rond huisartsengeneeskunde en praktijkvoering en ten...