Menu

Dat er een verband bestaat tussen angst en hartsymptomen is vrij lang geweten. Over de juiste verhouding tussen beide zijn er in de loop van de tijd echter verschillende meningen geweest. Vooral de jongste jaren zijn de inzichten terzake sterk geëvolueerd. Daarom vonden we het goed de huidige opvattingen hieromtrent weer te geven en ze, langs de literatuur om, in een historische context te situeren.

Het bespreken van seksueel gedrag of van seksuele problemen in de huisartsenpraktijk is meestal niet vanzelfsprekend. Of dit gesprek plaatsvindt, is van een hele reeks factoren afhankelijk. Vooral de persoonsgebonden factoren spelen zowel bij de arts als bij de patiënt een cruciale rol.

De aandoeningen die in de thuiszorg het meest voorkomen, zijn aandoeningen van het zenuw- en endocrien stelsel, hart- en vaatziekten en aantasting van het bewegingsapparaat. Uiteraard spitst de medische kennis van de huisarts zich hierop toe. Maar om thuisgezondheidszorg als vak, zoals de geneeskunde als vak, te beheersen, is er meer vereist. Psychosociale en technische kennis en vaardigheden enerzijds, en bereidheid tot samen werken en tot afweging van al de factoren die lukken of mislukken mee bepalen anderzijds, zijn essentiële voorwaarden om het vak "thuisgezondheidszorg" te beheersen...

Thuiszorg in Nederland vertoont enig verschil niet de thuiszorg in België. In beide landen wil men nochtans de zorgbehoeften van de patiënt als uitgangspunt hanteren, maar in het noorden zijn de modellen hiervan structureel reeds verder uitgewerkt. Of lijkt dit maar zo? En bevinden we ons in België met het 'Besluit Weckx” op de goede weg? Aan de lezer om te beslissen.

Dcit er aan thuiszorg grenzen zijn, is duidelijk. Maar ook in het Besluit van de Vlaamse Executieve in verband met thuiszorg werden een aantal aspecten over het hoofd gezien: beïnvloeding van de situatie door de sociaal-culturele context ontbreekt zodat thuiszorg op weg is een zorg voor de middenklasse te worden. Dit artikel illustreert de hiaten aan de hand van gevallen uit de praktijk. Hoe kan je dit als huisarts opvangen en de best mogelijke oplossing realiseren.

Dooreen bestaande thuiszorgorganisatie werden in een onderzoek de bepalingen van het nieuwe Besluit van de Vlaamse executieve aan de realiteit getoetst: welke waarde hebben het zorgenplan, de functie van zorgbemiddelaar en de score inzake hulpbehoevendheid in de praktijk? Naast informatie zoals het profiel van patiënt en hulpverleners, de frequentie van al dan niet professionele tussenkomsten, en de door de zorgbemiddelaar vervulde taken, bezorgde dit onderzoek ook meer inzicht in de domeinen van thuiszorg (zoals dementie en kraamzorg) waarbij de toepassing van het besluit problemen oplevert...

Gecoördineerde thuisgezondheidszorg heeft aan belang gewonnen. De waarde van de samenwerking op zich is immers hoger dan de som van de individuele waarden van elke hulpverlener. Die samenwerking houdt overleg met verschillende disciplines, met familie en patiënt, en regelmatige teamvergaderingen in. Zo is een patiëntgerichte benadering mogelijk waarbij naast een toename van de kwaliteit van de thuisgezondheidzorg de tevredenheid bij patiënt en hulpverleners groter wordt. Ook voor de huisarts biedt interdisciplinair overleg een meerwaarde... Het artikel wordt afgerond met enkele kritische...

In hoeverre is een patiënt hulpbehoevend? Om de behoeftegraad te kunnen meten, werd een instrument ontwikkeld: de zorgbehoefteschaal. Zowel voor de individuele patiënt als voor de hele populatie kunnen zo de zorgbehoeften worden vastgesteld. Fysische, maar ook psychische afhankelijkheid, de sociale context en het comfort spelen hierin mee. Onderstaande tekst geeft uitleg over de samenstelling, het gebruik en het nut van de KATZ-schaal.

Planmatig werken kan de kwaliteit van de hulpverlening verhogen. Voor thuisgezondheidszorg, waarbij hulpverleners samen werken, gaat dit zeker op. Bij individuele thuiszorg wordt dan ook dikwijls met een (individueel) zorgenplan gewerkt. Steevast verwacht men van de huisarts dat hij het initiatief tot het opstellen van een dergelijk plan neemt (wat zijn spilfunctie in de thuiszorg ook hier bevestigt). De concrete invulling ligt evenwel in handen van de zorgbemiddelaar.

Het decreet Weckx beoogt met het inschakelen van een zorgbemiddelaar een betere coördinatie en ondersteuning van de thuiszorg voor zwaar hulpbehoevenden. Om deze taak op zich te kunnen nemen, worden aan de zorgbemiddelaar heel wat eisen gesteld. Wie kan of wil deze zware opdracht vervullen, en welk onderscheid is er met de taak van de “zorgverantwoordelijke”? Moet de huisarts zorgbemiddelaar worden of moet hij deze taak delegeren.