Menu

Empirisch onderzoek toonde reeds aan dat er verschillen zijn in de zorgvraag tussen allochtone en autochtone patiënten (zie Huisarts Nu 1993; 22 (6): 248-254). Maar zijn er ook verschillen in de al­lochtone bevolkingsgroep zelf? Voor Marokkanen bijvoorbeeld wordt zelden een onderscheid gemaakt tussen Berber en Arabieren. Nochtans verschillen beide etnische groepen op een aantal vlakken. Zo hebben Berberpatiënten een grotere preventieve zorgvraag, een actiever ziektegedrag, ze bezoeken meer religieuze genezers, melden zich later aan hij de huisarts en hebben ook meer sociale conflicten met onze...

Ongeveer 10% van de mensen die een huisarts contacteren, heeft een problematisch alcoholgebruik. De CAGE, een lijst bestaande uit vier vragen, maakt het mogelijk deze problematiek op te sporen. Via een telefonische enquête werd nagegaan of jonge Vlaamse huisartsen in beroepsopleiding deze test kennen. Het resultaat was ontnuchterend: niemand had er ooit van gehoord. Nochtans is de CAGE-test in de huisartsenpraktijk goed toe te passen: de lijst is kort en kan gemakkelijk in een vloeiende anamnese worden ingebouwd. Wordt het dan geen tijd dat de CAGE wat meer aandacht krijgt ?

Hoe zien huisartsen de overgang en hoe behandelen ze deze levensfase? Kan hun houding veranderd worden na een cursus hierover? De International Health Foundation deed hier in samenwerking met de Rijksuniversiteit Limburg te Maastricht onderzoek naar. Hieruit bleek dat de meeste huisartsen hormoon therapie, homeopathie en clonidine voorschrijven, maar ook kalmerings - en slaapmiddelen, en pijnstillers.

In dit literatuuronderzoek wordt afgestapt van de beperkte definitie van placebo als zijnde een "niet-werkzaam produkt in gerandomiseerde klinische studies". Placebo is ruimer: het is een fenomeen dat behoort tot het domein van de communicatie en menselijke relatie, en is bijgevolg in elk arts-patiëntcontact aanwezig. Placebo op die manier be­schouwd, is niet langer een tegenstrever maar een bondgenoot in een he­ler consultatievoeren.

Een onderzoek van tien jaar geleden werd onlangs, in 1994, herhaald om nieuwe inzichten te krijgen in het consulatiegedrag van Marokkaanse en Belgische patiënten. Een groepspraktijk te Borgerhout leende hiervoor opnieuw zijn huisartsen uit. Veel verschillen met 1984 werden niet gevonden. Wel blijken zelfmedicatie en de vraag naar secundaire preventie bij de Belgische patiënten hun ziekte gedrag meer op dat van de Belgen afgestemd: vooral jonge Marokkaanse vrouwen lijken hun weg naar de medische diensten te hebben gevonden. De gebrekkige talenkennis bij de Marokkaanse patiënten blijft evenwel...

Hoe wordt een CVA-patiënt thuis opgevangen? Hoe ervaart hij zijn gezondheid, zijn dagelijks functioneren, zijn levenskwaliteit? Een enquête onder Limburgse CVA-patiënten ging op zoek naar antwoorden. Twee conclusies: de professionele hulpverlening kan zeker op het emotionele vlak nog optimaler en er is nood aan een betere ondersteuning van decentrale verzorgers, die vaak een te zware draaglast op zich nemen.

De universitaire groepspraktijk van de UI Antwerpen functioneert reeds vijftien jaar als één van de opleidingsinstrumenten van het departement Geneeskunde. Tijd dus om opnieuw stil te staan bij de specifieke mogelijkheden en beperkingen van dit groter samenwerkingsverband; zeven huisartsen, twee psychologen, twee psychotherapeuten, twee verpleegkundigen, twee secretaressen, één kinesiste en één diëtiste vormen inderdaad een, naar Vlaamse normen, grote groep eerstelijnshulpverleners. Welke taken kan een onderwijspraktijk vervullen? En is het mogelijk om vanuit de evolutie in de aangetrokken en...

In het kader van het experiment “Het medisch dossier en de keuze van de patiënt voor een vaste huisarts” werd volgens de Delphi-methode een panel van experten opgericht. Eén van haar opdrachten was criteria te formuleren om het medisch dossier en de hieraan gerelateerde communicatie te verbeteren. Uit een analyse was immers gebleken (zie blz.390) dat het dossier gebruik zeker niet optimaal is.

Rond het experiment "Het medisch dossier en de keuze van de patiënt voor een vaste huisarts” is heel wat te doen geweest. Het negatieve klimaat dat hierrond ontstond, gaf dat er weinig huisartsen wilden meewerken. Ondanks deze lage respons, kwamen er toch enkele opmerkelijke gegevens uit de bits. Het medisch dossier wordt wel gebruikt, maar niet systematisch en zowel de inbond als de vorm vertonen weinig uniformiteit. De meeste respondenten plannen wel aanpassingen, vooral dan in de richting van automatisatie.

De European Research Group on Health Outcome is een internationaal samenwerkingsverband waarin onderzoekers van de Leuvense en Gentse huisartsencentra vertegenwoordigd zijn. Bedoeling van deze groep is instrumenten te ontwikkelen of te selecteren die de gezondheidsstatus als resultaat van medische interventies meten. De Leuvense research groep houdt zich specifiek bezig met de instrumentontwikkeling voor de dagelijkse klinische praktijk van de huisarts. Een eerste project hierin vormt de ontwikkeling van het “Health Status Outcome Instrument”, dat hier wordt beschreven. Daarnaast wordt ook aan...