Menu

Het samenwerkingsinitiatief Interactief Overleg Geneesheren-Apothekers (IOGA) werd in 1999 te Merelbeke (Oost-Vlaanderen) opgericht naar aanleiding van een campagne rond benzodiazepines. Dit project is geïnspireerd op het Nederlandse FTO (FarmacoTherapeutisch Overleg) en wil streven naar een optimaal voorschrijf- en aflevergedrag van geneesmiddelen, met een maximum aan therapeutische effectiviteit en een minimum aan risico's.

In een recente nationale enquête via de LOK-groepverantwoordelijken in het najaar van 2003, waarop ongeveer 70 % van de huisartsen antwoordde, bleek dat de LOK-werking als het meest positieve onderdeel van de hele accreditering wordt ervaren. En dit is ook terecht.

Wat vinden artsen van de werking van hun LOK-groep? En wat is de visie van moderatoren op de doelstelling en de werking van de LOK-groep die zij begeleiden? In dit kleinschalige onderzoek werden de 64 LOK-groepen bevraagd, die betrokken waren bij het project rond borstkankeropsporing (zie blz. 542). Uit de resultaten blijkt dat 77,5 % van de LOK-leden tevreden tot zeer tevreden is over het functioneren van zijn LOK. Zo’n 93 % van de moderatoren vindt dat LOK-vergaderingen een aanzet moeten zijn tot een betere praktijkvoering en meer dan de helft wil de bijeenkomsten niet meer missen.

Intervisie als interactief vormingsproces werd reeds uitgetest bij LOK-moderatoren, ter ondersteuning van hun werk met de aanbeveling over griepvaccinatie (zie blz. 533). In dit tweede project rond borstkankeropsporing werd het vormingsprogramma verder uitgebouwd en op grotere schaal aangeboden en geëvalueerd. Uit de resultaten blijken de intervisies weerom zeer gewaardeerd, ondanks het afhaken van een kwart van de moderatoren na elk intervisiemoment. Een structurele inbedding van periodieke intervisies door belanghebbende instanties zoals bijvoorbeeld LOGO's en huisartsenkringen zou in dit...

Uit een behoefteonderzoek bij LOK’s uit 1997 blijkt dat moderatoren nood hebben aan meer ondersteuning bij het uitvoeren van hun taak. In 2000 werd in drie LOK-groepen een actieonderzoek gehouden. De bedoeling ervan was om de moderatoren via intervisie te ondersteunen en om de leden van de participerende LOK’s te helpen om de organisatie van griepvaccinatie in de praktijk te verbeteren. Uit de resultaten blijkt dat een goede moderator op een juiste manier met weerstanden moet omgaan, de groep moet sturen naar consensusvorming en inzicht moet hebben in feedback- en evaluatietechnieken. Een...

Eens een interventieprogramma klaar is, willen we ook weten of ze de beoogde doelstellingen bereikt. Nochtans blijkt het vaak moeilijk om de resultaten van een evaluatie terug te koppelen naar de interventie, omdat de evaluatie zelf niet doordacht is opgezet. De afdeling Onderzoek van de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen richtte een werkgroep op, met vertegenwoordigers van de afdelingen Kwaliteitsbevordering en Preventie, om de moeilijke materie van programma-evaluatie in een meer begrijpbaar en toepasbaar protocol te gieten.

Welke invloed hebben de groep en de moderator op het leerproces in LOK-groepen? Om dit te achterhalen werden in drie LOK-groepen gedurende één jaar observaties verricht en de gesprekken tijdens de LOK-vergaderingen geanalyseerd. De resultaten bevestigen dat de ontwikkelingsfase waarin de LOK-groep zich bevindt, de begeleidingsstijl van de moderator en vooral de interactie tussen beide bepalend zijn om als groep tot effectief leren te komen. De moderator speelt hierin een grote rol.

In 2003 kregen alle huisartsen hun feedbackrapport over het voorschrijven van antibiotica. Ook het feedbackrapport met betrekking tot antihypertensiva is inmiddels aan elke huisarts bezorgd. Deze documenten zijn een aanzet om zelfstandig én in de LOK-groep te reflecteren over ons voorschrijfgedrag. Dit artikel beschrijft het productieproces van deze rapporten en gaat dieper in op de tabellen en figuren in dit document.

LOK-groepen zijn bedoeld als leergroepen; men tracht er de deelnemende artsen iets bij te brengen. Bij kennisoverdracht spelen verschillende aspecten een rol. Vooreerst: welke kennis wil men overbrengen? Ervaringskennis beklijft het meest en blijft het langst hangen, maar hoe komt men ertoe? Ten tweede: hoe vatbaar is de groep voor kennisopname? Elke groep doorloopt immers verschillende ontwikkelingsfasen. En ten slotte: welke begeleidingsstijl moet de LOK-moderator hanteren om de groep te motiveren om tot echt ervaringsleren te komen? Enkele theoretische concepten over groepsleren.

Op 30 november 1995 richtten de huisartsen van de bestaande wachtkring Laarne-Overmere-Kalken onze LOK op, onder het officiële erkenningsnummer 0077. De uitnodiging voor de eerste LOK-vergadering stelde dat "[deze vergaderingen] wellicht een nieuw tijdperk zullen inluiden om de verstandhouding tussen artsen in een zelfde discipline te bevorderen en om de kwaliteit van hun gemeenschappelijk handelen zowel individueel als gezamenlijk op te voeren en aan te passen aan de evolutie van de wetenschap."