Menu

Naarmate de zorgnood of kwetsbaarheid bij mensen groter is, blijkt de impact van het virus op hun gezondheid toe te nemen en dit door de afwezigheid van gepaste toegankelijke zorg. Een populatiegerichte aanpak is nodig is om deze toenemende (geestelijke) gezondheidsongelijkheid in te dijken.

De wijze van organisatie, vergoeding en evaluatie van eerstelijnsteams kan bijdragen aan de vermindering van de sociaaleconomische ongelijkheid in een patiënten­populatie. Pay for performance beïnvloedt de prestaties van de zorgteams, mildert mogelijk de ongelijkheid, maar heeft geen impact op de oorzaken van gezondheidsongelijkheid.

Op basis van deze studie kan geen uitspraak gedaan worden over het nut van een medicamenteuze behandeling bij asymptomatische carotisstenose versus heelkundige interventie. In het geval van een asymptomatische carotisstenose dient elke casus dus best overlegd te worden met de specialist. Zo kan samen met de patiënt de afweging gemaakt worden tussen de graad van de stenose en de mogelijke risico’s van de ingreep om deze te behandelen.

Ook na een milde COVID-19-infectie zijn er vaak langdurige symptomen die een negatieve impact kunnen hebben op het sociaal leven, werk en huishouden van de patiënten. De meest voorkomende persisterende symptomen na acht maanden zijn anosmie, vermoeidheid, ageusie en ­dyspneu.

In deze studie verkleinde de sterfte in beide groepen (diabetes en niet-diabetes) sterk, voornamelijk door een substantiële afname in cardiovasculaire mortaliteit. De globale mortaliteit van patiënten met diabetes blijft echter groter dan bij personen zonder diabetes. Deze resultaten tonen dat men zich bij patiënten met diabetes niet uitsluitend tot de vasculaire risicofactoren moet richten, maar ook op andere oorzaken van verhoogde sterfte, zoals kankers, leverziekte en dementie.

Het lijkt aangewezen om indien mogelijk heelkundige ingrepen uit te stellen bij COVID-patiënten tot 7 weken na de infectie tenzij de ernst van de medische situatie een dringende ingreep rechtvaardigt.

De COVID-19-epidemie leidt tot een algemene daling van het mentale welzijn van de bevolking, vooral bij vrouwen, jongeren en chronisch zieken. Het weren van fake nieuws en bevorderen van sociale steun kunnen een positieve invloed hebben om angst en stressgevoelens te minderen. Toegankelijke psychologische hulpverlening voor de meest kwetsbare groepen is hierbij essentieel.

De vroegtijdige en intensieve respons op de COVID-19-epidemie door de Nieuw-Zeelandse overheid heeft een grote ziektelast door het virus voorkomen. Dit in contrast met vergelijkbare westerse landen die laattijdiger op een nationale lockdown zijn overgegaan.

Ibuprofen en paracetamol hebben een gelijkaardig veilig­heidsprofiel. Ibuprofen vermindert sterker koorts en pijn binnen de eerste 24 uur van de behandeling. De klinische meerwaarde om bij kinderen jonger dan 2 jaar ibuprofen te verkiezen boven paracetamol blijft echter zwak.

Wie een hoog gezondheidsrisico loopt, kan de motivatie verliezen in primaire preventie en zich overlaten aan secundaire preventie en de ‘credence good’-overbehandeling. Patiënten met een hoge socio-economische status (SES) kunnen beter de waarde van secundaire preventie inschatten en beschermen zich zo tegen deze overbehandeling. Patiënten met een lage SES zijn daarentegen minder goed geïnformeerd en hebben een hoger risico op overbehandeling.