Hij lachte niet veel, hoogstens liet hij een glimlach zien. Hij was meestal wat verlegen en onderdanig, en hield zijn hoofd nu wat schuin. Die morgen lag hij al urenlang in zijn bed in hun slaapkamer, te wachten. Die uren verstreken langzaam, zodat hij tijd had om zijn leven te zien voorbijgaan, als in slow motion, met de goede maar ook pijnlijke herinneringen.