Menu

De gezondheidsenquête van Sciensano uit 2018 laat zien dat 12% van de Belgische bevolking boven de vijftien jaar een slaap- of kalmeermiddel gebruikt. Hoewel deze percentages nog te hoog liggen in vergelijking met andere Europese landen, hebben de inspanningen van de afgelopen jaren hun vruchten afgeworpen; in 2008 lag het gebruik immers nog op 14%.

Ondanks sensibiliseringscampagnes blijft het gebruik van slaapmedicatie, met name benzodiazepines en z-drugs, torenhoog in België (tabel). Tijdens de coronapandemie namen slaapproblemen, net zoals angst en depressie, bovendien fors toe. In 2020 stelde de vijfde COVID-19-gezondheidsenquête vast dat bijna driekwart (73%) van de Belgische bevolking slaapproblemen ervoer en ongeveer één op vijf een angst- (23%) of depressieve stoornis (22%) vertoonde.

Eén op zeven 65-plusssers slikt dagelijks een benzodiazepine of Z-product. Lokale afspraken tussen huisartsen en apothekers helpen om dit hoge gebruik terug te dringen.

Wereldwijd worden grote hoeveelheden slaapmedicatie voorgeschreven zoals benzodiazepines en z-drugs. Volgens een studie van de APB in 2016 zijn we in België koplopers van deze medicatie: dagelijks vliegen er 1,2 miljoen kalmeer- en slaappillen over de toonbanken van de apotheken in België.

'Dokter, het gaat echt niet meer. Ik slaap niet meer. Schrijft u mij alstublieft iets voor?' Een schijnbaar eenvoudige vraag die huisartsen wel vaker krijgen. Het antwoord lijkt even simpel; een slaapmiddel voorschrijven neemt weinig tijd in beslag en levert een tevreden patiënt op. Helaas lost medicatie zelden een psychosociaal probleem op.

Zowel slaapproblemen als hypnoticagebruik nemen in onze maatschappij een belangrijke plaats in. Volgens Anthierens gebruikt 13% van de bevolking wel eens benzodiazepines. De Folia Farmacotherapeutica besluit tot een cijfer van 10%, wat volgens hen kan oplopen tot 20 à 50% in rust- en verzorgingstehuizen. Het probleem kent nog steeds een stijgende incidentie, ondanks het verslavende karakter van benzodiazepines, het uitgebreide nevenwerkingenprofiel en de beperkte efficiëntie om de slaapkwaliteit en slaapduur op lange termijn te verbeteren.

Gezondheid wordt bepaald door meer dan alleen een ziekteverwekker en de toegang tot gezondheidszorg. Er zijn ook sociale determinanten van gezondheid waarvan de leefomgeving er één is.

In België ligt vooral in woonzorgcentra (WZC) het gebruik van slaapmiddelen erg hoog: een op twee rusthuisbewoners neemt benzodiazepines. Richtlijnen voor huisartsen bevelen technieken uit de cognitieve gedragstherapie aan als alternatief. Artsen vinden deze echter moeilijk om te zetten in de praktijk van een WZC, o.a. vanwege organisatorische beperkingen en tijdsnood.

Slapeloosheid, angst en stress zijn veelvoorkomend in ons dagelijks leven en zijn van alle tijden. Als dit probleem als erg storend wordt ervaren (bij één op vijf mensen) en men zoekt hulp bij een hulpverlener in de eerste lijn, dan komt men meestal bij de huisarts terecht. Uit een vroegere studie van Project Farmaka bleek dat gemiddeld 60% van de klachten voor angst en zelfs tot 68% van de insomniaklachten medicamenteus behandeld worden. Medicamenteus betekent in 79% benzodiazepines voor angst en voor insomnia is dit zelfs tot 98%. Volgens de gezondheidenquête slikt één op de twee gebruikers...

Moet een huisarts tussenkomen in rouw? Hoe verloopt een ‘normaal’ rouwproces en wanneer moet de huisarts actiever ingrijpen en eventueel doorverwijzen? Zijn benzodiazepines tijdens het rouwproces aangewezen en zo ja, wanneer en voor wie? In dit eerste deel wordt de rol van de huisarts bij ongecompliceerde rouw besproken. In het tweede deel, dat in het volgende nummer van Huisarts Nu verschijnt, wordt dieper ingegaan op drie complicaties: gecompliceerde rouw, rouwgerelateerde depressie en rouwgerelateerde angststoornis.