Menu

Ernstige infecties bij kinderen (sepsis, meningitis, pneumonie, pyelonefritis, osteomyelitis en cellulitis) veroorzaken een belangrijke mortaliteit en morbiditeit. In deze prospectieve studie in de eerste lijn werd de diagnostische waarde van de klinische symptomen en tekens onderzocht en een multivariabel triage-instrument ontwikkeld.

Om een menswaardige gezondheidszorg te blijven garanderen heeft de eerste lijn nood aan een onderbouwde ethiek. Op basis van literatuur en gesprekken ontwikkelde het Vlaams EerstelijnsOverleg (VELO) daarom een standpunt over ‘eerstelijnsethiek’, die uitgaat van de personalistische verantwoordelijkheidsethiek. Om daadwerkelijk ethische ondersteuning te bieden bij actuele ethische knelpunten op de eerste lijn is er ook nood aan middelen en structuren vanwege de overheid.

Het Diabetesproject Aalst heeft samen met de zorgverleners uit de regio een zorgprogramma voor diabetes type 2 in de eerste lijn ontwikkeld op basis van het Chronic Care Model (zie Huisarts Nu 2008;37:76-81). In dit tweede deel wordt onderzocht welke factoren de implementatie van dit zorgprogramma bevorderd dan wel belemmerd hebben. Op basis van deze analyse kunnen duidelijke adviezen naar het beleid geformuleerd worden om de chronische zorgverlening in de eerste lijn beter te organiseren.

Via de introductie van een zorgcoördinator in een zorgregio kan een veranderingsproces op gang gebracht worden met als doel tot een sterker geprofileerde en professioneel georganiseerde eerste lijn te komen. Deze hypothese werd uitgetest in een onderzoeksproject dat in de zorgzone Halle van oktober 2003 tot september 2004 liep. De ervaringen werden gebundeld in een ‘generiek scenario’ voor veranderingsmanagement in de eerste lijn, dat ook in andere regio’s kan worden toegepast.

Angststoornissen komen vaak voor, invalideren en zijn kostelijk. Hoewel ze even vaak voorkomen als depressie, kregen ze tot op heden weinig aandacht van onderzoekers en beleidsmakers, en wellicht evenmin van Vlaamse huisartsen. Terwijl de diagnose ‘depressieve stoornis’ bij 11,26 per 1 000 patiënten van de praktijkpopulatie in 2003 werd gesteld, werd de ‘angststoornis’ slechts bij 1,44 per 1 000 patiënten gediagnosticeerd (www.intego.be).

De stap van evidence-based richtlijnen naar de alledaagse praktijk verloopt dikwijls niet zo vlot. Deze studie gaat na of de Lok-groepen hierin een bemiddelende rol kunnen spelen. Hiervoor kregen negen Lok-groepen van huisartsen één interventiesessie over het rationeler voorschrijven van antibiotica bij acute rinosinusitis. Nadien bleek hun voorschrijfgedrag niet significant veranderd in vergelijking met de controle Lok-groepen. Om richtlijnen daadwerkelijk in de praktijk te implementeren, is wellicht een combinatie van verschillende methoden aangewezen.

Wat is de incidentie van hersentrauma’s in de huisartsenpraktijk? Hoe ernstig zijn ze, spelen leeftijd en geslacht een rol? En zijn er seizoensverschillen? Volgens de gegevens van de Intego-databank worden in de huisartsenpraktijk vooral milde hersentrauma’s gezien en dit hoofdzakelijk bij jongvolwassen mannen. Een relatief hoge incidentie van ernstige hersenletsels werd meer bij jonge kinderen vastgesteld.

Patiënten met mentale stoornissen zijn in de huisartsenpraktijk vaak moeilijk te herkennen. En toch schat men dat 20% van de patiënten in de eerste lijn een psychische stoornis heeft. Van hen zou de helft tot driekwart niet als dusdanig worden herkend en bijgevolg niet worden behandeld. Eind jaren ’90 werd een diagnostisch instrument (PRIME-MD) ontwikkeld dat de arts helpt om achttien mogelijke mentale stoornissen bij patiënten te identificeren. In dit onderzoek werd aan de hand van de PRIME-MD de prevalentie geschat van de meest voorkomende mentale stoornissen in de Belgische...

De huisarts is de spil in de zorgverlening aan diabetespatiënten. Vermits het aantal patiënten bij wie insulinetherapie deel uitmaakt van hun bloedsuikerverlagende therapie toeneemt, lijkt het ook logisch dat de huisarts het initiatief neemt om insuline op te starten. Mits invulling van de noodzakelijke randvoorwaarden blijkt immers dat insulineopstart met eenvoudige schema’s in de eerste lijn haalbaar en effectief is. In dit artikel wordt stapsgewijs uiteengezet bij wie, wanneer en hoe insulinetherapie met één injectie moet worden opgestart.

Veel artsen behandelen patiënten met bacteriële lage luchtweginfecties (LLWI) of met een radiologisch bewezen pneumonie met antibiotica. Nochtans is de noodzaak ervan niet onderbouwd. In dit onderzoek verzamelden 25 huisartsen klinische gegevens over 247 volwassen patiënten met een LLWI. Dertig van de 63 patiënten met een positieve bacteriële kweek werden ofwel niet behandeld met antibiotica, ofwel behandeld met een antibioticum waar de gekweekte kiem niet gevoelig voor was. Na 28 dagen bleken de meesten te zijn hersteld. Vijf patiënten met radiologisch bewezen pneumonie genazen zelfs volledig...