Menu

Het screeningsconsult om een uitstrijkje te maken lijkt een puur uitvoerende handeling: de gynaecologische tafel op, speculum plaatsen, uitstrijken, speculum verwijderen, aankleden en klaar. Maar er speelt natuurlijk wel meer, zeker bij patiënten die aarzelen om een uitstrijkje te laten maken of bij wie het lang geleden is, of die slechte ervaringen met zich meedragen over een intiem onderzoek. Deze achterliggende facetten negeren of er niet voor openstaan, klopt niet met de holistische benadering waarvoor huisartsenpraktijken zich graag op de borst kloppen.

Ook in Vlaanderen ervaren huisartsen en verpleegkundigen zorgsubstitutie als een meerwaarde: boeiend werk, ruimte voor authenticiteit en solidaire werkbelasting. Een gedeelde praktijkvisie, praktijkprotocollen en structureel overleg zijn doorslaggevend voor een goed georganiseerde zorgsubstitutie in de huisartsenpraktijk.

Wat gebeurt er als de verpleegkundige van de huisartsenpraktijk patiënten met chronische aandoeningen opvolgt? Wat is de invloed op de kwaliteit van zorg, (kosten)efficiëntie en consultatiefrequentie? En hoe ervaren patiënten en zorgverleners deze taakverandering? Dit praktijkonderzoek toont welke factoren bijdragen tot een succesvolle overdracht.

Mijn eerste schooldag als student verpleegkunde, dertien jaar geleden: vooraan in de aula geeft een gepassioneerde, ervaren verpleegkundige ons informatie over het lessenpakket, de stages en ook het verloop van de examens. Ze besluit haar uitleg met een vurig betoog: “En knoop dit goed in jullie oren: jullie zijn geen verpleegsters, jullie zijn verpleegkundigen.”

Het nieuwe jaar is stormachtig begonnen; een zoveelste virusgolf kwam onverwacht aanrollen en verraste gevaccineerden en ongevaccineerden. Ook huisartsenpraktijken zagen de telefonische contacten en het klinische werk weer pieken. Sta je er alleen voor, of met de beperkte hulp van een telesecretariaat, dan is het pompen of verzuipen.

Er wordt in de Nederlandse thuiszorg een flink tekort verwacht aan voldoende gekwalificeerde verpleegkundigen uit middelbaar beroepsonderwijs verpleegkunde (mbo-v) en hoger beroepsonderwijs verpleegkunde (hbo-v). Dit tekort is te wijten aan de vergrijzing, het slechte imago van werken in de zorg en de lage arbeidstevredenheid van verpleegkundigen.

Het takenpakket van de huisarts neemt toe en ook de patiënt verwacht kwaliteit van de geleverde zorgen. Voor huisartsen blijft het koorddansen om onder de toenemende administratieve druk de patiëntenzorg niet in het gedrang te brengen. Delegatie van administratieve taken, praktijkorganisatie en medische handelingen dringt zich op.

Belgische huisartsen staan toenemend onder druk. Enerzijds is er de vergrijzing en multiculturaliteit door migratie en anderzijds is er een daling van het aantal huisartsen. De wetenschappelijke en technologische vooruitgang brengen opportuniteiten maar ook inspanningen met zich mee.

In vele landen staat de eerstelijnsgezondheidzorg onder druk, onder andere door de toenemende levensverwachting, multimorbiditeit en chroniciteit van zorg. Taakdelegatie van artsen naar verpleegkundigen in de eerste lijn is een belangrijke strategie om deze druk te doen zakken. Studies tonen aan dat goedopgeleide verpleegkundigen voor bepaalde pathologie minstens evenwaardige zorg kunnen verlenen als artsen.

De meeste maatregelen voor een daadwerkelijke taakverlichting van huisartsen zijn nog onvoldoende, vooral voor de kleinere solo- en duopraktijken. Huisartsen moeten het ook eens worden over het takenpakket van de ‘medical management assistant’, de praktijkassistent(e) en de verpleegkundige in de praktijk. Sinds 2014 kiezen studenten opnieuw meer voor huisartsgeneeskunde.1 Het is de vraag of deze tendens zich zal doorzetten, want huisartsen worden nog steeds geconfronteerd met een hoge werkdruk.2,3 De huisarts oefent zijn functie uit in een vaak belastende werksituatie. Door de toename van...