Menu

Begin dit jaar won Jef Boeckx de Prijs van de Vlaamse en Brusselse huisarts. De jury koos unaniem deze huisarts uit Veerle, onder meer omdat hij de drijvende kracht is achter de Vereniging Huisartsenkringen Zuiderkempen.

In haar doctoraat pleit psychologe Kim Beernaert voor een dringende aanpassing van het palliatief statuut. Deze zorg moet vroeger opgestart kunnen worden en niet enkel door gespecialiseerde diensten gebeuren.

Voor verwijzende artsen is het ondoenlijk geworden om radiologiebeelden zelf te interpreteren. Daarom worden niet de beelden zelf maar wel het radiologieverslag als eindproduct van de radiologie beschouwd. Vreemd genoeg is dit verslag niet mee geëvolueerd.

Een goede wederzijdse communicatie tussen huisarts en specialist is belangrijk om ervoor te zorgen dat patiënten de juiste zorgen op het juiste moment krijgen. Deze communicatie gebeurt hoofdzakelijk via telefoon, briefwisseling en meer recent via e-mail.

Als huisarts zijn we al een tijdje op zoek naar onze beroepsidentiteit: zijn we nu specialisten in de huisartsengeneeskunde, of zijn we algemeen geneeskundigen, of zijn we poortwachters?

Dankzij de betere behandelingsmodelijkheden van HIV is de HIV-patiënt veeleer een chronische patiënt geworden, die voor zijn follow-up de huisarts opzoekt. Omdat er nog geen standaardbehandeling voor HIV voorhanden is, heeft de huisarts er alle belang bij om een goede samenwerking te bewerkstelligen met de tweede lijn en patiëntenorganisaties. Hiertoe werd in 1999 in Antwerpen een HIV-netwerk voor huisartsen opgericht. Vermits in België geen soortgelijke netwerken bekend zijn, werd de werking ervan via een kwalitatieve vergelijkende analyse onderzocht.

Het SYLOG-project oftewel het "SYstemen van LOkale Gezondheidszorg"-project werkt aan concrete maatregelen om de samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuizen te verbeteren. In het kader van dit project werd de informatieverstrekking tussen een ziekenhuis en een wijkgezondheidscentrum in Gent bestudeerd. Hieruit bleek dat één op drie ziekenhuisopnamen niet in het dossier van de huisartsen kon worden teruggevonden. Vooral informatie over opnamen op de dienst pediatrie en spoedopnamen ontbrak nogal eens. Welke maatregelen kunnen de informatiestroom hier vlotter doen verlopen?

Hoe schrijven artsen diëten voor? Dat was het uitgangspunt van een onderzoek bij zowel huisartsen, internisten als universitair gebonden specialisten. Aan de hand van een vragenlijst, "papieren patiënten" en een analyse van verwijsbrieven naar diëtisten kon het doel, de frequentie en de wijze van voorschrijven worden nagegaan. Hieruit bleek dat de informatie naar diëtisten vaak erg gering is. Zo moeten ze dikwijls zelf uitzoeken welk type diabetes de arts bedoelt bij het voorschrijven van een diabetes-dieet.

In Huisarts Nu van 5 maart 1990 (blz. 57) konden we van de hand van collega Patrick Wyffels het volgende lezen: “Tot de valkuil behoort dus ook het als huisarts niet kritisch staan ten opzichte van de diagnoses van de specialist” en “Als huisarts staan we weer niet kritisch tegenover de specialist die in casu met dezelfde middelen werkt, maar ze onvoldoende gebruikt." Wij vonden dit toen, en vinden dit nog steeds de beste uitspraak die sedert jaren in ons lijfblad Huisarts Nu is verschenen.