Menu

De communicatie in de oncologie maakt essentieel deel uit van de zorgen die een oncologische patiënt krijgt. Bij allochtonen die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, kan deze communicatie zeer moeilijk verlopen en kan de zorg voor deze oncologische patiënten ontoereikend zijn.

Diabetes komt bij migranten meer voor, en gaat ook gepaard met ernstigere complicaties. En toch gebeurt hier weinig onderzoek rond. Wat zijn de prevalentie- en incidentiecijfers? Waarom komt diabetes in deze populatie vaker voor? En wat is het verloop van complicaties bij hen? De geringe onderzoeken in België suggereren een diabetogene levensstijl als voornaamste oorzaak. Ook sociaaleconomische status, taal, godsdienst en attitudes ten opzichte van ziekte en gezondheid blijken beïnvloedende factoren.

Bij 851 Marokkaanse en 980 Turkse patiënten werd de relatie tussen religositeit, zorgvraag en gezondheidsgedrag onderzocht. Aan dit onderzoek namen 24 huisartsen deel. Bijna 90% van de onderzochte groep werd als sterk religieus ingeschat. Deze sterk religieuze patiënten vertoonden minder verslavings- en sociale problemen. Er werd ook een belangrijke associatie vastgesteld tussen religiositeit en risicofactoren. Gelovigen hielden er een gezondere levenswijze op na; zij aten gezonder en rookten beduidend minder. In de praktijk en ook bij wetenschappelijk onderzoek is het dus van belang met de...

In welke mate doen allochtonen een beroep op de huisarts om een medisch getuigschrift te bekomen en zijn er verschillen met de autochtone bevolking in Vlaanderen? Deze vraag was het uitgangspunt van een onderzoek waaraan vijfentwintig huisartsen deelnamen. In totaal werden 4.499 patiëntencontacten geregistreerd. Het bleek dat vooral jonge Turken significant meer om attesten vroegen dan Belgen. Bij de Marokkanen was de vraag het grootst in de groep van gepensioneerden en invaliden. Ongeacht de etnie bleken vooral studenten een medisch attest nodig te hebben en vrouwelijke patiënten het minst.

In de mei-editie verscheen het eerste deel van het onderzoek naar de zorgenvraag van de allochtone bevolking bij de huisarts. Dit tweede deel geeft de resultaten van het onderzoek dat door de auteurs zelf werd opgezet. Dat Marokkanen en Turken de huisarts minder consulteren dan de autochtone bevolking, wordt opnieuw bevestigd. Ook de consultfrequentie, het voorafgaand ziektegedrag en de ziektes zelf zijn verschillend tussen de etnische bevolkingsgroepen. Hoe de overheid de gezondheidsdiensten toegankelijker kan maken en hoe de huisartsenopleiding kan worden aangepast, kom t eveneens aan bod.

Marokkanen en Turken doen in ons land minder beroep op de huisarts dan de autochtone bevolking. Ze vertonen ook een ander klachtenpatroon; vooral de Marokkaanse bevolkingsgroep komt op consultatie omwille van welzijns- en sociale problemen. Inpassingsproblemen in onze maatschappij worden daarbij steeds belangrijker. Deze en andere bevindingen zijn het resultaat van een grondige literatuurstudie door de artsen De Muynck en Schillemans. De resultaten van een eigen onderzoek verschijnen in de volgende editie van Huisarts Nu.

Het prenataal gezondheidsgedrag van Marokkaanse en Turkse migrantenvrouwen is suboptimaal: ze melden zich later aan en consulteren minder frequent dan autochtone vrouwen. Tevens is hun prenatale zorgenvraag minder regelmatig. Dit werd in Vlaanderen door verscheidene auteurs vastgesteld. Welk is nu de rol van de interactie hulpverlener-patiënte in het prenataal consultatiegedrag en hoe kan de prenatale zorgverstrekking worden verbeterd. Een door De Munck e.a. uitgevoerde studie formuleert op deze vragen een antwoord.

Migranten vormen een belangrijk deel van de Belgische samenleving. Hun geografische spreiding is echter niet homogeen. Hogere concentraties van vreemdelingen bevinden zich in regio's zoals de Limburgse mijnstreek, waar traditionele produktiesectoren in moeilijkheden verkeren. In die streken wordt de Belgische huisarts frequent door vreemdelingen geconsulteerd; vandaar het belang van de kennis van het consultatiegedrag en het ziekteprofiel bij de migranten. Is er een verschil in consultatiegedrag tussen migranten en Belgen? Worden deze bevolkingsgroepen meer of minder verwezen naar de tweede of...

Bij Belgische hulpverleners is de idee vrij sterk verspreid dat medische consumptie bij migranten gekenmerkt wordt door een meer uitgesproken medical shopping dan bij de autochtone bevolking. Medische consumptie is bij migranten de voornaamste ziektegedragsvorm, voor «geen ziektegedrag», «traditionele consumptie» en «lekenbehandeling». Bij die medische consumptie verlangt de moslimmigrant een snelle genezing; een westerse huisarts moet technisch en functioneel efficiënt reageren; follow-up en continuïteit worden niet van hem verlangd. Hierover zijn weinig praktijkgegevens voorhanden. Omdat de...