Menu

Extra aandacht voor alcoholgebruik en ondersteuning in gedragsverandering is belangrijk bij patiënten met voorkamerfibrillatie in de eerste lijn. Dit zou de kans op episodes van voorkamerfibrillatie en bijgevolg subjectief hinderlijke symptomen kunnen beïnvloeden.

Het is gekend dat azool-antischimmelmiddelen meer risico geven op bloedingen wanneer deze tegelijk gebruikt worden met warfarine. Maar hoe zit het met NOAC’s? Azolen werken namelijk in op cytochroom P450 3A4 (CYP3A4) en P-glycoproteïne (P-g), twee enzymen die verantwoordelijk zijn voor het metabolisme van apixaban, rivaroxaban, edoxaban (CYP3A4 en P-gp) en dabigatran (P-gp).

Voorkamerfibrillatie (VKF) is na extrasystole de meest voorkomende hartritmestoornis. Eén zesde van de CVA's treedt op bij patiënten met VKF. Doordat een derde van de VKF-patiënten asymptomatisch is of doordat de symptomen niet onderkend worden, wordt de ziekte vaak pas gediagnosticeerd naar aanleiding van een CVA. In totaal treedt 45% van alle CVA’s door VKF op bij patiënten met ongekende VKF. VKF evolueert van een eerste aanval, naar intermittent (aanval duurt >48 uur en 7 dagen). Tot nu toe adviseren de richtlijnen opportunistische screening: bij alle 65-plussers waarbij men de bloeddruk...

Inleiding Voorkamerfibrillatie (VKF) is geassocieerd met een hogere mortaliteit en hospitalisatiegraad.1 Het risico op cerebrovasculair accident (CVA) is vijfmaal verhoogd en het risico op congestief hartfalen is driemaal verhoogd.2 De huidige richtlijnen richten zich op de preventie van CVA enerzijds en het anticiperen op het verhoogde bloedingsrisico bij anticoagulatie anderzijds.1 Het risico op CVA en het bloedingsrisico door anticoagulatie kan respectievelijk worden ingeschat met de CHA2DS2-VASc-score en de HAS-BLED score.1,3-5 De richtlijnen adviseren enerzijds ‘truly low-risk’ patiënten...

Voorkamerfibrillatie is na extrasystole de meest voorkomende hartritmestoornis. De prevalentie van voorkamerfibrillatie neemt toe met de leeftijd: meer dan drie kwart van de patiënten met voorkamerfibrillatie is ouder dan 65 jaar. Op dit moment lijden meer dan 8,8 miljoen volwassenen in de Europese Unie aan voorkamerfibrillatie. Dit aantal wordt verwacht te verdubbelen in de volgende 50 jaar door de veroudering van onze populatie.

Trombo-embolieën vormen een relatief frequent voorkomend gezondheidsprobleem. Veneuze trombo-embolieën, meer bepaald diepe veneuze trombose en longembolieën, kennen een incidentie van 1 op 1000 patiënten per jaar. Voorkamerfibrillatie is de meest voorkomende cardiale aritmie: de prevalentie ervan wordt geschat op 1-5% en neemt toe met de leeftijd.

Voorkamerfibrilleren (VKF) is een frequente aandoening die vooral de oudere patiënt treft: de helft van de patiënten met VKF is ouder dan 75 jaar. Meestal neemt de huisarts de zorg op zich voor deze patiënten. De vorige NHG-Standaard (2003) wordt in Vlaanderen dikwijls als referentie gebruikt voor zowel de praktijk als het onderwijs. De tekst is helder, goed onderbouwd en zeer praktijkgericht.

Digoxine (Lanoxin, Caidigox, Natigoxine) is werkzaam bij voorkamerfibrillatie door hartspierdeficiëntie.

Permanente ontstolling verlaagt de kans op voorkamerfibrillatie, veroorzaakt door reumatische klepletsels; of dat ook zo is bij voorkamerfibrillatie door andere oorzaken staat nog niet vast. De auteurs hebben getracht met hun onderzoek hierop een antwoord te geven.