Menu

Natuurbranden: ze komen steeds vaker in het nieuws en ze zullen in de toekomst meer voorkomen, ernstiger zijn en langer duren. Deze branden stoten een complexe mix van schadelijke stoffen uit die lucht, water en de aardbodem verontreinigen en zelfs binnenshuis meetbaar zijn. Hebben ze ook een invloed op ons kankerrisico? Een cohortstudie in Canada onderzocht voor het eerst of er op lange termijn een verband is tussen blootstelling aan branden in de woonomgeving en de incidentie van verschillende kankers, meer bepaald longkanker, hersentumoren, multipel myeloom, non-Hodgkin lymfoom en leukemie.

Het immuunsysteem bewaakt de homeostase van het lichaam via een complex netwerk van cellen en signaalmoleculen om het precaire evenwicht te behouden tussen activatie en overactivatie. Kankercellen kunnen het immuunsysteem misleiden, waardoor ze ongebreideld kunnen groeien en zich verspreiden in het lichaam zonder enige afweer te ondervinden.

Roken van tabak is nog altijd de grootste bedreiging voor de gezondheid. Voor 100% inzetten op een vroegtijdige rookstop is de meest doeltreffende interventie om de levenskwaliteit van de roker te verbeteren en ook om longkanker te voorkomen. Dat is en blijft de kerntaak van huisartsen; patiënten die roken voorbereiden op een screeningsprogramma naar longkanker, is dat niet.

Welke taken neemt de huisarts op om zijn rokende patiënten te behoeden voor sterfte door longkanker? Is rookstop de enige weg of is er ook ruimte voor georganiseerde longkankerscreening? Naar aanleiding van de Werelddag tegen tabak op 31 mei geven we twee opinies weer: de visie van de de Vlaamse Taskforce Longkankerscreening en de visie vanuit het expertisedomein Preventie van Domus Medica.

Wereldwijd is 18% van de kankersterfte het gevolg van longkanker. Wie de diagnose te horen krijgt, heeft amper 15% kans om na vijf jaar nog in leven te zijn. Deze lage overlevingscijfers houden onder andere verband met een laattijdige diagnose. Het lijkt dan ook logisch om risicopersonen, zoals intensieve (ex-)rokers, regelmatig te screenen (via een lage dosis CT-scan) op de aanwezigheid van groeiende longnodules om zo longkanker te ontdekken in een behandelbaar stadium.

Het ziekteverloop van patiënten met chronisch longlijden is gekenmerkt door een gestage en onverbiddelijke achteruitgang met acute exacerbaties. Personen met vergevorderd chronisch longlijden ervaren voornamelijk klachten als dyspneu, pijn, moeheid, angst en neerslachtigheid, wat leidt tot een slechte kwaliteit van leven in de laatste stadia van de ziekte.

Inademen van vervuilde lucht door verkeersgerelateerde polluenten heeft een invloed op de longontwikkeling van kinderen en adolescenten. De Universiteit van Zuid-California bracht via langdurig observationeel onderzoek aan het licht dat de afname van longontwikkeling bij kinderen en adolescenten gelijke tred houdt met de afstand van de woning tot de meest nabijgelegen drukke verkeersas: hoe dichter bij de verkeersas, hoe prominenter de verminderde longontwikkeling.

Kan de huisarts kwalitatieve en juist geïnterpreteerde spirometrietesten afleveren? Uit dit praktijkonderzoek, waarin de kwaliteit en de interpretatie van deze testen van een hibo met praktijkopleider, longarts en fysioloog werden vergeleken, bleek van wel. Dit betekent dat de huisarts dankzij spirometrie op een systematischere manier patiënten met obstructief longlijden kan opsporen en de behandeling beter op de diagnose kan afstemmen.

De keuze van een geschikt inhalatiesysteem voor een patiënt met obstructief longlijden is niet altijd eenvoudig. De klinische situatie en een aantal patiëntgebonden factoren spelen een rol. Aanleren en controleren van de inhalatietechniek is een essentieel onderdeel van het voorschrift. Dit artikel geeft een overzicht van de bestaande inhalatiesystemen en formuleert voorstellen voorde keuze van systeem bij specifieke patiëntengroepen.

De volgende jaren zal het aantal Iongkankers in Groot-Brittannië toenemen, zeker bij vrouwen. Op langere termijn zal vermoedelijk het aantal longkankers dalen aangezien het sigarettenverbruik in dit land afgenomen is (met 27% bij de mannen en 10% bij de vrouwen op zestien jaar tijd).