Menu

Baarmoederhalskankerscreening bij vrouwen jonger dan 25 jaar is niet zinvol om invasieve cervixkankers vroegtijdig op te sporen en leidt tot aanzienlijke schade voor de reproductieve gezondheid. Bovendien heeft het een negatief effect op de psychologische en seksuele gezondheid.

Baarmoederhalskankerscreening gebeurt minder in de huisartsenpraktijk, waardoor kwetsbare groepen vaak uit het oog worden verloren. Kan een praktijkverpleegkundige deze vrouwen beter bereiken?

Wat is het percentage vrouwen dat op schema zit in de baarmoederhalskankerscreening en tijdig een uitstrijkje laat nemen? Het motiveren van nooit gescreende vrouwen blijft hierbij een uitdaging.

Het screeningsconsult om een uitstrijkje te maken lijkt een puur uitvoerende handeling: de gynaecologische tafel op, speculum plaatsen, uitstrijken, speculum verwijderen, aankleden en klaar. Maar er speelt natuurlijk wel meer, zeker bij patiënten die aarzelen om een uitstrijkje te laten maken of bij wie het lang geleden is, of die slechte ervaringen met zich meedragen over een intiem onderzoek. Deze achterliggende facetten negeren of er niet voor openstaan, klopt niet met de holistische benadering waarvoor huisartsenpraktijken zich graag op de borst kloppen.

Baarmoederhalskanker is een traag ontwikkelende maligniteit, die in België 3% van de nieuw ontstane kankers bij vrouwen vertegenwoordigt. Tot 80% van de gevallen van baarmoederhalskanker kan worden voorkomen door het screeningsprogramma, dat in 2013 werd opgestart.

Cervixkanker is de derde meest voorkomende kanker bij vrouwen wereldwijd. Controle hiervan gebeurt vooral op basis van vaccins, screening en verwijdering van premaligne en cervicale laesies.

De Vlaamse overheid organiseert drie bevolkingsonderzoeken naar kanker, namelijk naar baarmoederhals-, borst- en dikkedarmkanker. Een onmisbaar gegeven bij deze screenings is de graad van participatie van de respectievelijke doelgroep. Hoe meer mensen deelnemen aan een bevolkingsonderzoek, hoe meer vroegtijdige diagnosen van kanker kunnen worden vastgesteld. Uiteindelijk zal dit resulteren in een grotere kans om de mortaliteit te doen dalen.

De huidige baarmoederhalskankerscreening op basis van cytologie werkt niet optimaal in België. De participatie aan screening is te laag, een beperkte groep vrouwen wordt te vaak gescreend, er gebeuren te veel colposcopieën, de reproduceerbaarheid van uitstrijkjes is beperkt, er zijn grote verschillen tussen laboratoria en er is geen waterdichte kwaliteitscontrole.

Nederland screent om de vijf jaar naar baarmoederhalskanker, met betere resultaten, omdat de coverage hoger ligt. Wij screenen dus veel te vaak een te kleine groep, met minder goede resultaten.