Menu

Heel mijn huisartsencarrière heb ik geworsteld met situaties van gedwongen opname, in het begin van mijn loopbaan nog omschreven als ‘collocatie’. Er bestaat een ‘gewone procedure’ met een (uitgebreid) medisch verslag en een beslissing van de vrederechter. Maar de gewone gang van zaken is meer en meer de ‘spoedprocedure’. Dat is het geval in acute situaties of hoogdringendheid.

Een ‘gedwongen opname’ is het laatste redmiddel in een onhoudbare situatie. Vaak zijn er al heel wat acties aan voorafgegaan, zonder succes. Deze casus beschrijft welke stappen de huisarts kan ondernemen bij een patiënt met een psychiatrische problematiek. In de volgende artikels worden ook de juridische aspecten en de mogelijkheden van de ombudsdienst geestelijke gezondheidszorg besproken.

Een gedwongen opname is het laatste redmiddel om een onhoudbare situatie te deblokkeren. Het is vaak niet evident om over te gaan tot deze maatregel omdat overtuigingskracht in dergelijke situaties onvoldoende blijkt om de persoon met ernstige geestelijke problemen te overhalen zich te laten opnemen.

De wet op de patiëntenrechten bestaat in ons land twintig jaar. Dat betekent twintig jaar klachtrecht en dus ook twintig jaar ombudsfunctie. Vlaanderen staat paraat met tien onafhankelijke ombudspersonen geestelijke gezondheid, in loondienst bij Psyche vzw, voor een diverse groep aan voorzieningen: psychiatrische ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven beschut wonen, therapeutische gemeenschappen, centra geestelijke gezondheidszorg, centra voor psychosociale revalidatie, dagcentra en mobiele teams.

Freya Vander Laenen is professor aan de vakgroep Criminologie, Strafrecht en Sociaal Recht van de UGent. In haar werk combineert ze de hulpvaardigheid van de sociaal werker met de praktische juridische kennis van de criminoloog en de helikopterblik van de politieke wetenschapper; Freya Vander Laenen heeft diploma’s in deze drie domeinen.

Naast hittepieken kunnen ook ook temperatuurschom- melingen zorgen voor een toename van ziekenhuisopna- mes. Jonge en oude personen uit lagere socio-economi- sche klassen zijn hiervoor gevoeliger dan de gemiddelde populatie. Er wordt dan ook best extra aandacht aan hen besteed in periodes van grotere temperatuurverschillen.

Uit eerder onderzoek blijkt dat het werken op de wachtpost invloed heeft op het antibioticavoorschrijfgedrag van de huisarts. De specifieke context van de wachtpost verschilt van de eigen praktijk door eerste en eenmalige contacten met de patiënt, tijdsdruk, het gevoel een andere professionele rol/identiteit te hebben, het ontbreken van follow-up, enzovoort. De meeste huisartsen hebben het gevoel dat hun drempel om voor te schrijven daardoor daalt.

Om ongeplande ziekenhuisopnames te voorkomen wordt vooral ingezet op een snellere en gemakkelijkere toegang tot de eerstelijnszorg. Studies betreffende zorgcontinuïteit hebben bewezen dat hoe frequenter een patiënt door de eigen arts wordt opgevolgd, hoe meer voldoening dat geeft. Het levert ook een betere levenskwaliteit op bij personen met chronische aandoeningen.

Hoewel een meerderheid van de palliatieve patiënten ervoor kiest om niet te overlijden in een ziekenhuis, gebeurt dit nog vaak. In België is, evenals in sommige andere landen, het aantal ziekenhuisoverlijdens wel gedaald (van 55,7% tot 51,7%) tussen 1998 en 2007. Dit aantal ligt echter nog steeds hoger dan bijvoorbeeld in Nederland of Nieuw-Zeeland (34%).

Valincidenten zijn de meest voorkomende oorzaak van niet-intentionele verwondingen bij ouderen (≥65 jaar). In de Angelsaksische landen zijn deze valpartijen in de leeftijdsgroep vanaf 65 jaar verantwoordelijk voor 90% van de heup- en polsfracturen en voor 60% van de hoofdverwondingen.