Menu

De prevalentie van hartfalen stijgt met de leeftijd, van 1% in de leeftijdscategorie 55 jaar tot meer dan 10% bij 70-plussers. Dat is vermoedelijk een onderschatting, want sommige studies schatten dat ongeveer 50% van de patiënten met hartfalen niet met een hartfalendiagnose geregistreerd staat.

Samenwerking van diverse disciplines vangt de steeds complexere zorgnoden van een groeiende groep patiënten op. Deze samenwerking binnen een zorgteam is echter niet altijd evident. Vijf bouwstenen kunnen deze samenwerking ondersteunen: kennismaken, een zorgplan opstellen, reflectie en evaluatie, ethisch handelen en communicatie.

Voeding is een belangrijk aspect om patiënten met een prikkel­baredarmsyndroom te behandelen. Algemeen voedingsadvies wordt in de huisartsenpraktijk vaak gegeven, maar ondanks dit advies zijn patiënten vaak ook op zoek naar een persoonlijkere aanpak die meer aansluit bij hun individuele behoeften.

Een persoon met hartfalen is een archetype voor de chronische patiënt. In België worden jaarlijks meer dan 15 000 patiënten gediagnosticeerd, van wie een kwart overlijdt binnen het jaar na diagnose. Ongeveer 1-2% van het jaarlijkse budget voor gezondheidszorg gaat naar patiënten met hartfalen, vooral omwille van frequente (her)opnames.

Een Lokaal Multidisciplinair Netwerk (LMN) ondersteunt de multidisciplinaire samenwerking in de chronische zorg. Initieel richtte de werking zich voornamelijk op de zorgtrajecten diabetes type 2 en chronische nierinsufficiëntie (CNI). Vandaag nemen LMN’s ook andere initiatieven rond chronische zorg om de zorg voor mensen met een chronische ziekte te verbeteren.

Ondanks de moeizame start van het Vitalinkmedicatieschema kan het delen van medicatiegegevens levensbelangrijk zijn voor de patiënt. Een recente nota, opgesteld door Domus Medica en andere zorggroepen, wil duidelijkheid brengen in de taakverdeling tussen de betrokken zorgverleners en juridische implicaties.

Interview met prof. dr. Paul Van Royen In het geheugen van een mens kan men alle kanten op. Dat bedenk ik als ik voor prof. dr. Paul Van Royen zit, ondertussen decaan van de faculteit geneeskunde en gezondheidswetenschappen van de Universiteit Antwerpen. Ooit was hij, zoals wij allemaal, een student met een mengeling van vage plannen en duidelijke dromen. Hoe en waar rijpt een passie? Waarom volg je dit pad en niet een ander? In hoeverre weet je dat zelf en hoe beschrijf je de weg die je hebt afgelegd aan een jongere collega die voor je zit?

Het Wijkgezondheidscentrum (WGC) of medisch huis van Tilleur ligt in het postindustriële bekken van Luik en heeft een multiculturele bevolking. Het zorgteam is al 35 jaar actief in deze gemeente en heeft een bestand van meer dan 3500 patiënten. Het team bestaat uit acht huisartsen, vijf kinesitherapeuten, vier verpleegkundigen, een tandarts, een psycholoog, een diëtiste, een maatschappelijk werkster, een specialist in psychomotorische revalidatie, een projectmanager gezondheidspromotie, een informaticus en vier administratieve en onthaalmedewerkers.

Overal in Vlaanderen ontstaan lokale samenwerkingsinitiatieven tussen huisartsen onderling, maar ook met andere beroepsgroepen uit de eerste en tweede lijn. Stilaan komen artsen tot het besef dat de medische entourage van de patiënt optimaal moet worden benut. Hieronder volgen vier concrete voorbeelden van multidisciplinaire samenwerkingsprojecten: hoe zijn ze ontstaan, welke werkmethode hanteren ze, wat beogen zij op lange termijn en vooral, wat kunnen wij eruit leren?