Menu

Ernstige infecties bij jonge kinderen zijn moeilijk te onderscheiden van de vele acute infecties die zich in de huisartsenpraktijk presenteren. Deze studie onderzocht het verband tussen leeftijd en incidentie van ernstige infecties bij kinderen, waar tot dusver vooral gegevens bestonden over incidenties in ziekenhuissettings. Onderzocht werden de Integodatabankgegevens uit de periode 1998-2002, hetgeen overeenkomt met een jaarlijkse contactgroep van meer dan 4 500 patiënten tussen 0 en 14 jaar. Hetzelfde voor huisartsen zo belangrijke thema wordt ook behandeld in het proefschrift van Ann Van...

Huisartsen zijn in de dagelijkse praktijk nauw betrokken bij palliatieve patiënten met pijn. De noodzakelijke spoedopname in het ziekenhuis blijkt vaak moeizaam te verlopen, onder andere omdat de samenwerking tussen de verschillende diensten niet altijd optimaal is. Al is er in de meeste gevallen een verwijsbrief beschikbaar, gegevens over pijnmedicatie en dosering worden hierin nauwelijks vermeld. Er is dus nood aan goede richtlijnen.

Het thema van dit praktijkproject was de analyse van verwijsbrieven, gericht aan de spoedgevallendienst van een regionaal ziekenhuis. Daarbij ging het om zowel de inhoud als de opmaak van de documenten. Doel was inzicht te krijgen in de factoren die de kwaliteit van de verwijsbrief kunnen verbeteren. Deze studie werd uitgevoerd als onderdeel van de opleiding tot huisarts en was aan verschillende beperkingen onderhevig. Vast kwam te staan dat de verwijsbrief binnen de communicatie tussen verwijzende arts en spoedgevallendienst nog veel te wensen overlaat.

Ernstige infecties bij kinderen kunnen in de beginfase moeilijk worden vastgesteld. Dit heeft niet alleen te maken met de lage incidentie, maar ook met het zeldzaam aanwezig zijn van ziektespecifieke karakteristieken. Artsen zijn in deze situaties aangewezen op de klachten en symptomen van deze kinderen. Uit de interviews van ouders, kinderartsen en betrokken huisartsen kwamen een aantal mogelijk belangrijke diagnostische kenmerken naar voor. Ouders kunnen nauwkeurig de gedragsveranderingen van hun kind, voor en tijdens diens ziek-zijn beschrijven.

Kunnen huisartsen met behulp van EMD-software indicatoren vinden voor de kwaliteit van hun preventieve zorg? Dit was de centrale vraag van dit onderzoek. Uit de resultaten blijkt dat het zoeken naar deze indicatoren niet eenvoudig is en dat een gefundeerd denkraam zeker zinvol kan zijn. De huidige zoekfuncties van de EMD-software zijn vaak ontoereikend, en huisartsen gebruiken soms trucjes om bepaalde patiëntengegevens in te voeren. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel. Als we artsen bovendien willen motiveren om hun kwaliteit van preventieve zorg te verbeteren, moet er dringend werk...

Na het inleidende artikel in Huisarts Nu nr 10 (2006) over het antibioticagebruik in de ambulante praktijk in Europa wordt in dit artikel de consumptie van de penicillines meer in detail besproken. Er is een opmerkelijke geografische variatie. Sommige landen vertonen een conservatief voorschrijfbeleid, terwijl in België amoxicilline in combinatie met clavulaanzuur al sinds 1997 meer dan 50% van het penicillinegebruik uitmaakt.

In vorig artikel (blz. 380) las u reeds dat een groepspraktijk in Hoeilaart een verschil vond in de inschatting van het cardiovasculaire risico van zijn patiënten naargelang de gebruikte risicotabel. Dit artikel brengt verslag uit van een onderzoek waarin artsen van een Antwerpse groepspraktijk het cardiovasculaire risico van hun patiënten vergeleken, na toepassing van de risicotabellen van respectievelijk de Britse richtlijnen (2000), de richtlijnen van de ‘Second European Task Force’ (1998) en die van de ‘Third European Task Force’ (2003). Uit de resultaten blijkt tussen de richtlijnen van...

De demografische evolutie, de steeds kortere verblijfsduur in de ziekenhuizen, de technologische ontwikkelingen en de wens van ouderen om zo lang mogelijk thuis te blijven, hebben een belangrijke impact op de thuiszorg. Mantelzorgers spelen een cruciale rol in het mogelijk maken van de thuissituatie. Vaak worden ze bijgestaan door professionele hulpverleners. Maar hoe beleven mantelzorgers de thuiszorgsituatie? Het antwoord op deze vraag is belangrijk, als we de ondersteuning beter willen afstemmen op hun behoeften.

Veel artsen behandelen patiënten met bacteriële lage luchtweginfecties (LLWI) of met een radiologisch bewezen pneumonie met antibiotica. Nochtans is de noodzaak ervan niet onderbouwd. In dit onderzoek verzamelden 25 huisartsen klinische gegevens over 247 volwassen patiënten met een LLWI. Dertig van de 63 patiënten met een positieve bacteriële kweek werden ofwel niet behandeld met antibiotica, ofwel behandeld met een antibioticum waar de gekweekte kiem niet gevoelig voor was. Na 28 dagen bleken de meesten te zijn hersteld. Vijf patiënten met radiologisch bewezen pneumonie genazen zelfs volledig...

Als patiënten en hun gezin worden geconfronteerd met een ernstige ziekte of een ingrijpend incident zoals een hartinfarct, gaan ze plots anders tegen de dingen aankijken. Hun manier van leven verandert, zelfs de relatie met hun partner, in goede of slechte zin. In dit kwalitatief onderzoek werd nagegaan wat voor impact een myocardinfarct, PTCA of CABG heeft op de partnerrelatie. Uit de resultaten blijkt onder meer dat angst voor herval of overlijden vaak persisteert bij een gebrekkige psychosociale opvang en/of als hulpverleners onvoldoende informatie verstrekken.