Menu

Huisartsen zijn in de dagelijkse praktijk nauw betrokken bij palliatieve patiënten met pijn. De noodzakelijke spoedopname in het ziekenhuis blijkt vaak moeizaam te verlopen, onder andere omdat de samenwerking tussen de verschillende diensten niet altijd optimaal is. Al is er in de meeste gevallen een verwijsbrief beschikbaar, gegevens over pijnmedicatie en dosering worden hierin nauwelijks vermeld. Er is dus nood aan goede richtlijnen.

Het thema van dit praktijkproject was de analyse van verwijsbrieven, gericht aan de spoedgevallendienst van een regionaal ziekenhuis. Daarbij ging het om zowel de inhoud als de opmaak van de documenten. Doel was inzicht te krijgen in de factoren die de kwaliteit van de verwijsbrief kunnen verbeteren. Deze studie werd uitgevoerd als onderdeel van de opleiding tot huisarts en was aan verschillende beperkingen onderhevig. Vast kwam te staan dat de verwijsbrief binnen de communicatie tussen verwijzende arts en spoedgevallendienst nog veel te wensen overlaat.

Ernstige infecties bij kinderen kunnen in de beginfase moeilijk worden vastgesteld. Dit heeft niet alleen te maken met de lage incidentie, maar ook met het zeldzaam aanwezig zijn van ziektespecifieke karakteristieken. Artsen zijn in deze situaties aangewezen op de klachten en symptomen van deze kinderen. Uit de interviews van ouders, kinderartsen en betrokken huisartsen kwamen een aantal mogelijk belangrijke diagnostische kenmerken naar voor. Ouders kunnen nauwkeurig de gedragsveranderingen van hun kind, voor en tijdens diens ziek-zijn beschrijven.

Kunnen huisartsen met behulp van EMD-software indicatoren vinden voor de kwaliteit van hun preventieve zorg? Dit was de centrale vraag van dit onderzoek. Uit de resultaten blijkt dat het zoeken naar deze indicatoren niet eenvoudig is en dat een gefundeerd denkraam zeker zinvol kan zijn. De huidige zoekfuncties van de EMD-software zijn vaak ontoereikend, en huisartsen gebruiken soms trucjes om bepaalde patiëntengegevens in te voeren. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel. Als we artsen bovendien willen motiveren om hun kwaliteit van preventieve zorg te verbeteren, moet er dringend werk...

Na het inleidende artikel in Huisarts Nu nr 10 (2006) over het antibioticagebruik in de ambulante praktijk in Europa wordt in dit artikel de consumptie van de penicillines meer in detail besproken. Er is een opmerkelijke geografische variatie. Sommige landen vertonen een conservatief voorschrijfbeleid, terwijl in België amoxicilline in combinatie met clavulaanzuur al sinds 1997 meer dan 50% van het penicillinegebruik uitmaakt.

Kan herpes zoster een indicator zijn voor occulte of dreigende maligniteit? Volgens de gegevens uit deze studie, waarbij meer dan duizend patiënten met herpes zoster uit de databank van het Intego-netwerk werden geselecteerd, is er geen duidelijk verband. Wel werd een verhoogd risico op colorectale kanker vastgesteld bij vrouwen boven 65 jaar die vooraf een periode van herpes zoster hadden doorgemaakt. Mogelijk kan deze associatie door onderliggende fysiopathologische mechanismen verklaard worden.

In Huisarts Nu 2005;34(10) kon u voor de eerste keer kennismaken met het door de Europese Commissie gesubsidieerde project European Surveillance of Antimicrobial Consumption (ESAC). Dit surveillanceproject verzamelt vergelijkbare en betrouwbare gegevens over antibioticagebruik in heel Europa. Het bewuste artikel uit 2005 besprak de evoluties in het gebruik van systemische antibiotica in de ambulante gezondheidszorg van 1997 tot en met 2002. Dit en volgende artikels geven hiervan een update en bespreken in detail het antibioticagebruik in Europa in 2003.

Dat patiëntenfolders nuttig kunnen zijn ter ondersteuning van het consult wisten we al. Maar weten we ook aan welke voorwaarden ze moeten voldoen om goed te zijn van kwaliteit? Als we de literatuur erop naslaan, worden we jammer genoeg niet veel wijzer. De Koninklijke ApothekersVereniging van Antwerpen (KAVA) ontwikkelde in het kader van een farmaceutisch zorgproject een methode om patiëntenfolders op hun kwaliteit te beoordelen. Hoewel die tijdrovend en arbeidsintensief is, blijkt het resultaat een goed leesbare en verstaanbare folder die inhoudelijk aan de nodige voorwaarden voldoet.

Men verwacht van ons dat we het gebruik van geneesmiddelen die volgens de richtlijnen niet aanbevolen zijn, terugdringen. Dit vergt niet alleen van ons een grondige mentaliteitsverandering, vooral de patiënt moet wennen aan een beleid dat minder gericht is op geneesmiddelen. Folders kunnen een rol spelen in het doorbreken van het diepgewortelde ritueel van het meekrijgen van een voorschrift. Wat vinden patiënten nu van zo'n folders? Dat was het onderwerp van dit praktijkproject. Daarnaast worden ons enkele praktische tips meegegeven voor het gebruik van patiëntenfolders tijdens het spreekuur.

Een aanbeveling voor goede medische praktijkvoering in de praktijk toepassen, allemaal goed en wel, maar is het EMD daar wel op voorzien? In het kader van een kwaliteitsverbeteringsproject in groepspraktijk De Bres in Deurne werd dit onder meer nagegaan met betrekking tot de aanbeveling Preventie van influenza. Het EMD vertoonde inderdaad heel wat tekortkomingen en bleek niet berekend om dit preventieproject efficiënt uit te voeren. Wel werd aangetoond dat met een systematische aanpak van grieppreventie een hogere vaccinatiegraad kan worden behaald.