Menu

In achtergestelde wijken en bij minder gegoede patiëntenpopulaties zouden huisartsen rekening moeten houden met de beperkte middelen waarmee deze patiënten moeten rondkomen. Dit kan vooreerst door te proberen het meest goedkope geneesmiddel voor te schrijven. Maar daar ligt het probleem vaak, want waar vinden artsen de informatie die hen daarbij kan helpen? Dr. Ramboer nam het initiatief om hierover een praktijkproject te maken. Hieruit blijkt dat goedkoper voorschrijven in ieder geval mogelijk is, zonder al te veel extra inspanningen.

Patiënten met mentale stoornissen zijn in de huisartsenpraktijk vaak moeilijk te herkennen. En toch schat men dat 20% van de patiënten in de eerste lijn een psychische stoornis heeft. Van hen zou de helft tot driekwart niet als dusdanig worden herkend en bijgevolg niet worden behandeld. Eind jaren ’90 werd een diagnostisch instrument (PRIME-MD) ontwikkeld dat de arts helpt om achttien mogelijke mentale stoornissen bij patiënten te identificeren. In dit onderzoek werd aan de hand van de PRIME-MD de prevalentie geschat van de meest voorkomende mentale stoornissen in de Belgische...

Een urgentietrousse samenstellen is niet niks. Tal van factoren bepalen de inhoud: de streek waar men werkt, de bereikbaarheid van een ziekenhuis, de beschikbaarheid van ziekenvervoer enzovoort. Bovendien zou het beheer en gebruik van de urgentietrousse zoveel mogelijk in overeenstemming moeten zijn met de aanbeveling WVVH, 2002). Het beheren van zo’n urgentietrousse vraagt dus veel aandacht, terwijl de huisarts nu al vaak handen tekort heeft. Enkele huisartsen in Limburg betrokken hun plaatselijke kring bij een evaluatieproject ter facilitering van het gebruik van de urgentietrousse. Zo werd...

In België is de prevalentie van ongediagnosticeerde chlamydia-infectie in de huisartsenpraktijk hoog. Richtlijnen voor screening zijn er lang niet geweest. In 2004 pas verscheen de aanbeveling voor actieve opsporing van Chlamydia trachomatis in de huisartsenpraktijk. Voordat de richtlijnen voor screening hierin werden opgenomen, werd in een pilootstudie onderzocht of ze qua werkbelasting voor artsen haalbaar waren, of ze aanvaardbaar waren voor zowel artsen als patiënten, en of ze aan de logistieke vereisten voor screening voldeden. Uit de resultaten blijkt de toepassing van het...

De patiënt met een nieuwe aanmeldingsklacht verhult vaak één of meerdere ideeën en/of bezorgdheden en/of verwachtingen. Heel wat literatuur behandelt de registratie van klachten en de classificatie van de aanmeldingsredenen of ‘reasons for encounter’ (RFE). Maar de literatuurgegevens zijn schaars als het gaat over de registratie van verborgen motieven van patiënten op consultatie. In 2000 startte een praktijk in de Gentse randstad met de registratie van ideeën en/of bezorgdheden en/of verwachtingen van patiënten in het medisch dossier. Uit een retrospectieve analyse blijkt dat op een...

Ambulante bloeddrukmeting zou over het algemeen een juistere informatie geven over de prognose dan conventionele meting in de huisartsenpraktijk. Naast het identificeren van wittejashypertensieven, kunnen we met deze techniek bovendien het cardiovasculaire risico beter voorspellen. Allemaal voordelen dus, maar wat zijn de implicaties hiervan voor de praktijkorganisatie? En wat denkt de patiënt hierover? In een huisartsenpraktijk in Beerse (provincie Antwerpen) deed men een evaluatieonderzoek naar het gebruik van de ambulante 24 uursbloeddrukmeter (ABM). Uit de resultaten blijkt dat deze...

De literatuur onderbouwt duidelijk het verband tussen een infectie met het humaan papillomavirus (HPV) en het voorkomen van cervixkanker. Het lijkt dus evident dat de huisarts actief moet controleren of bij zijn vrouwelijke patiënten HPV aanwezig is. Maar hiervoor is een bepaalde vorm van counseling nodig. Een goede voorlichting is overigens slechts effectief als ze ook rekening houdt met wat patiënten weten, in dit geval over cervixkanker. In dit onderzoek ging men na welke factoren patiënten beschouwen als een risico om cervixkanker te ontwikkelen. Opmerkelijk is dat op een studiepopulatie...

In vorig artikel (blz. 380) las u reeds dat een groepspraktijk in Hoeilaart een verschil vond in de inschatting van het cardiovasculaire risico van zijn patiënten naargelang de gebruikte risicotabel. Dit artikel brengt verslag uit van een onderzoek waarin artsen van een Antwerpse groepspraktijk het cardiovasculaire risico van hun patiënten vergeleken, na toepassing van de risicotabellen van respectievelijk de Britse richtlijnen (2000), de richtlijnen van de ‘Second European Task Force’ (1998) en die van de ‘Third European Task Force’ (2003). Uit de resultaten blijkt tussen de richtlijnen van...

De demografische evolutie, de steeds kortere verblijfsduur in de ziekenhuizen, de technologische ontwikkelingen en de wens van ouderen om zo lang mogelijk thuis te blijven, hebben een belangrijke impact op de thuiszorg. Mantelzorgers spelen een cruciale rol in het mogelijk maken van de thuissituatie. Vaak worden ze bijgestaan door professionele hulpverleners. Maar hoe beleven mantelzorgers de thuiszorgsituatie? Het antwoord op deze vraag is belangrijk, als we de ondersteuning beter willen afstemmen op hun behoeften.

Veel artsen behandelen patiënten met bacteriële lage luchtweginfecties (LLWI) of met een radiologisch bewezen pneumonie met antibiotica. Nochtans is de noodzaak ervan niet onderbouwd. In dit onderzoek verzamelden 25 huisartsen klinische gegevens over 247 volwassen patiënten met een LLWI. Dertig van de 63 patiënten met een positieve bacteriële kweek werden ofwel niet behandeld met antibiotica, ofwel behandeld met een antibioticum waar de gekweekte kiem niet gevoelig voor was. Na 28 dagen bleken de meesten te zijn hersteld. Vijf patiënten met radiologisch bewezen pneumonie genazen zelfs volledig...