Menu

De kwaliteit van onze praktijkvoering hangt grotendeels af van de (actualiteits)waarde van onze kennis. Deze kunnen we via een zoektocht in de verschillende medisch-wetenschappelijke databanken op internet makkelijk bijstellen. Maar dit neemt vaak veel tijd in beslag en we moeten al over heel wat vaardigheden beschikken om dit op een efficiënte manier te doen. Deze studie onderzocht de effecten van een praktische training in het gebruik van de Virtuele Bibliotheek Gezondheidszorg (VBG) van CEBAM. Een positief effect is dat meer artsen na de training het internet tijdens de raadpleging...

De Virtuele Bibliotheek Gezondheidszorg (VBG) van het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine (CEBAM) biedt zorgverleners toegang tot evidence-based medische literatuur en wil hen ondersteunen bij het nemen van klinische beslissingen. Dit pilootonderzoek uit 2003 had tot doel de VBG te introduceren en het gebruik ervan te stimuleren. Daarnaast onderzocht het de effecten van een trainingsprogramma ter verbetering van navigatievaardigheden. Een belangrijke vaststelling is dat zorgverleners niet lijken te zoeken naar specifieke antwoorden op klinische vragen, terwijl de...

Antibiotica worden frequent voorgeschreven in de eerstelijnsgezondheidszorg, vooral bij acute luchtweginfecties, waar ze in feite weinig of geen effect hebben. Zijn er verschillen in antibioticavoorschrijfgedrag tussen Nederlandse en Belgische huisartsen? Zo ja, zijn die dan ook significant? En hoe kunnen we ze verklaren? Deze studie vergeleek het beleid bij acute hoest in beide landen. Opvallend resultaat is dat Belgische huisartsen minder eerstekeusantibiotica (doxycycline of amoxicilline) voorschrijven dan hun Nederlandse collega’s.

De algemene perceptie is dat mensen vooral in een ziekenhuis sterven. Uit de registratiegegevens over sterfte in twee Vlaamse huisartsenpraktijken blijkt nochtans dat de helft thuis of in een thuisvervangend milieu overlijdt. Naast het louter statistische karakter van dergelijke gegevens, laten ze artsen overigens toe te reflecteren over het eigen functioneren. Zo kunnen bijvoorbeeld hoge suïcidecijfers in de praktijk een arts aansporen om voor deze problematiek extra aandacht te hebben.

De permanentieplicht (24 uur op 24 uur) is voor huisartsen met een solopraktijk een erg zware taak. Steeds meer soloartsen slaan de handen in elkaar en maken onder meer afspraken om de permanentie in bepaalde omstandigheden van elkaar over te nemen. Deze verkennende studie ging na met wie huisartsen samenwerken, hoe vaak ze dat doen en hoe ze deze samenwerking het liefst georganiseerd willen zien. Uit de resultaten blijkt dat oudere artsen voor de permanentieregeling eerder samenwerken met één collega; jongere artsen roepen eerder de hulp in van een netwerk.

Het toenemende probleem van bacteriële resistentie door ongepast antibioticagebruik is alom bekend. Een eerste stap om het hoofd te bieden aan deze problematiek is betrouwbare gegevens verzamelen over het gebruik van antibiotica. Maar de gegevens waarover we tot nu toe beschikten, hielden vaak geen rekening met de indicatie, noch met dosering of behandelingsduur. Dit was voor de onderzoekers de aanleiding om de gegevens van tien Europese landen met betrekking tot indicatie, dosering en duur van de antibioticabehandeling te vergelijken voor aandoeningen als acute otitis media...

Sinds de jaren 70 van vorige eeuw rapporteert men een alarmerende stijging van de incidentie van huidkanker in Europa. Deze stijging is volgens onderzoek vooral te wijten aan de intermittente blootstelling aan de zon, bijvoorbeeld door het toenemende aantal vakanties in het buitenland. In dit artikel analyseren de auteurs de epidemiologische gegevens van Intego met betrekking tot melanomen en niet-melanoomachtige maligniteiten. Opvallend is de grotere incidentie van melanomen bij vrouwen ten opzichte van mannen.

In 2001 schommelde de prevalentie van hepatitis C-infecties bij intraveneuze druggebruikers in Vlaanderen tussen de 36 en 66 %. De therapeutische gemeenschap De Kiem (Oost-Vlaanderen) biedt zowel intraveneuze als niet-intraveneuze druggebruikers een intensief residentieel programma aan. Dit artikel beschrijft de resultaten van een observationeel onderzoek in deze therapeutische gemeenschap. In 2004 telde het centrum 413 bewoners, van wie 278 intraveneuze druggebruikers (IVDU’s). Over 221 van hen beschikte men over een bloedtest, waaruit bleek dat 104 IVDU’s positief waren op hepatitis C.

In het elektronisch medisch dossier (EMD) is een vakje voorzien om het rookgedrag van de patiënt te noteren. Dit item blijkt vaak niet ingevuld. Nochtans vormt dit de basis van goed rookstopadvies via minimale interventie. Dit praktijkproject had tot doel de bevraging van rookgedrag van patiënten en de registratie ervan in het EMD te verbeteren. Daarnaast zocht men naar een manier om het rookgedrag en de notitie ervan in het medisch dossier op systematische wijze up-to-date te houden.

Dit praktijkproject in de huisartsengroepspraktijk van Hoeilaart bevroeg in een eerste fase het rookgedrag van patiënten en paste overeenkomstig de WVVH-aanbeveling Stoppen met roken in een tweede fase rookstopbegeleiding via minimale interventie toe op patiënten in motivatiefase 3 volgens Prochaska en Di Clemente. Tijdens het project werden 697 patiënten geregistreerd, van wie 133 rokers. Eénentwintig rokers waren gemotiveerd om te stoppen.