Menu

Het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde (ACHG) van de Katholieke Universiteit Leuven beheert sinds 1990 een databank met informatie over ziekten, laboresultaten en medicatievoorschriften. Alle gegevens zijn afkomstig van de gestructureerde registratie in het elektronisch medisch dossier (EMD) van huisartsenpraktijken verspreid over heel Vlaanderen. Ophaling, verwerking en bevraging zijn geautomatiseerd. Epidemiologische gegevens worden berekend en ter beschikking gesteld van geïnteresseerde onderzoekers. Dit eerste artikel van deze nieuwe reeks bespreekt een aantal algemene kenmerken...

Beide wetenschappelijke huisartsenverenigingen van het land leveren heel wat inspanningen om aanbevelingen te ontwikkelen die huisartsen helpen bij hun praktijkvoering. Nadat de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen (WVVH) in 2000 reeds peilde naar de houding van Vlaamse huisartsen tegenover aanbevelingen, nam ook de Société Scientifique de Médecine Générale (SSMG) in 2002 een gelijkaardig initiatief. Hierna leest u de resultaten van de bevraging.

Dankzij de betere behandelingsmodelijkheden van HIV is de HIV-patiënt veeleer een chronische patiënt geworden, die voor zijn follow-up de huisarts opzoekt. Omdat er nog geen standaardbehandeling voor HIV voorhanden is, heeft de huisarts er alle belang bij om een goede samenwerking te bewerkstelligen met de tweede lijn en patiëntenorganisaties. Hiertoe werd in 1999 in Antwerpen een HIV-netwerk voor huisartsen opgericht. Vermits in België geen soortgelijke netwerken bekend zijn, werd de werking ervan via een kwalitatieve vergelijkende analyse onderzocht.

Hoewel er in België geen algemene wetgeving bestaat die de procedure rond HIV-tests regelt, kunnen artsen die een HIV-test uitvoeren zonder toestemming van de patiënt, burgerrechtelijk, strafrechtelijk en onder disciplinaire jurisdictie worden vervolgd. Deze studie ging na wat het aandeel van HIV-tests zonder toestemming van de patiënt is in de Belgische huisartsengeneeskunde en onderzocht de omstandigheden waarin dit gebeurt. Uit de resultaten blijkt dat meer dan 20 % van de preoperatieve, de voorhuwelijkse en de HIV-tests om administratieve redenen uitgevoerd worden zonder medeweten van de...

Streven naar gezondheid is in onze maatschappij een min of meer bindende gedragslijn geworden. In het verlengde hiervan worden mensen ook almaar meer aangesproken op genetische risico’s, waarvoor ze zich – onder druk van de huidige gezondheidsmoraal en het belang van de genetische factor in het ontstaan van ziekte – kunnen laten testen. Maar hoe staat de patiënt hiertegenover? Deze kwalitatieve studie ging na hoe ex-borstkankerpatiënten denken over predispositietests voor borstkanker. Willen ze wel weten of er enige voorbeschiktheid is? Voelen zij zich verantwoordelijk voor het (eventuele)...

Is euthanasie een medische handeling? Een positief antwoord op deze vraag zou betekenen dat iedere arts die in ziekenhuisverband een verzoek tot euthanasie inwilligt en daarbij de door de wet voorgeschreven zorgvuldigheidscriteria respecteert, niet meer kan worden ontslagen. Een belangrijke consequentie dus voor zowel arts als patiënt. Deze studie onderzocht de kwestie.

Seksueel overdraagbare infecties (SOI’s) zijn weer in opmars. Ondanks de herhaalde boodschappen voor veilige seks in de media en via andere kanalen, is er een verontrustende toename van HIV, chlamydia, syfilis en andere SOI’s. De zorgverlener die (vaak exclusief) de meeste SOI-risicopersonen ziet, is de huisarts. Hij is dus bijgevolg het best geplaatst om bij zijn patiënten gezond seksueel gedrag te stimuleren. Nochtans blijkt hij het dikwijls moeilijk te hebben om seksuele problematiek bij zijn patiënten aan te kaarten. Deze studie tracht de barrières te identificeren die een goede SOI...

Medical shopping is in. Steeds meer patiënten bezoeken willekeurig en systematisch verschillende artsen en/of ziekenhuizen. Maar wat zijn de gevolgen hiervan voor het prijskaartje van de gezondheidszorg? Deze studie onderzocht op basis van een steekproef van 4 800 patiënten uit twee regio’s (Aalst en Luik), of er een verband bestaat tussen zorgcontinuïteit (trouw aan één huisarts) en totale kostprijs van de medische zorgverlening.

De palliatieve zorgverlening hecht uitermate veel belang aan een optimale pijn- en symptoomcontrole. Wanneer orale of rectale toediening niet meer mogelijk is, gebruiken vele Vlaamse palliatieve eenheden en netwerken de Graseby MS 26 spuitdrijver. Voor de aanleg ervan bestaan echter geen standaardprocedures. Dit onderzoek wilde via participerende observatie nagaan hoe de aanleg van deze spuitdrijver nu verloopt en van daaruit een aanbeveling opstellen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.

Dit project registreerde in een groepspraktijk te Deurne bij Antwerpen de beroepsanamnese van haar werkende patiënten en ging na of de arbeidsomstandigheden een mogelijke invloed hebben op hun aanmeldingsklacht. Uit de resultaten blijkt dat iedere patiënt was blootgesteld aan gemiddeld meer dan één beroepsgebonden gezondheidsrisico. Er werd bij een groot aantal patiënten bovendien een verband vermoed tussen deze risico’s en de aanmeldingsklacht.