Menu

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom moet door een heldere communicatie de vraag van de patiënt voor de huisarts duidelijk zijn en moet de huisarts de patiënt voldoende informeren over alle aspecten van de verschillende...

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom moet door een heldere communicatie de vraag van de patiënt voor de huisarts duidelijk zijn en moet de huisarts de patiënt voldoende informeren over alle aspecten van de verschillende...

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom moet door een heldere communicatie de vraag van de patiënt voor de huisarts duidelijk zijn en moet de huisarts de patiënt voldoende informeren over alle aspecten van de verschillende...

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom moet door een heldere communicatie de vraag van de patiënt voor de huisarts duidelijk zijn en moet de huisarts de patiënt voldoende informeren over alle aspecten van de verschillende...

Hoesten is de meest voorkomende klacht in de huisartsenpraktijk. Ongeveer één op tien patiënten consulteert met hoest. In drie op vier gevallen worden luchtweginfecties (LWIs) gediagnosticeerd. Nochtans is het in de huisartsenpraktijk niet eenvoudig een infectieuze van een niet-infectieuze etiologie te onderscheiden.

De incidentie van cervixkanker is in België vrij hoog in vergelijking met een aantal andere West-Europese landen. Cervixkankeropsporing voldoet aan de criteria voor zinvolle opsporing. Er is een multidisciplinaire consensus over afname van uitstrijkjes, over uniformering in de protocollering van cervixuitstrijkjes en over de opvolging van gevonden afwijkingen in cervixcytologie. De screeningstest blijft tot nader order het klassieke uitstrijkje.

De laatste jaren is het beleid ten aanzien van hormonale orale anticonceptie, die zowel oestrogenen als progestagenen bevat, sterk geëvolueerd. Gezien de uitgebreidheid van het onderwerp beperkt deze aanbeveling zich tot de hormonale orale anticonceptie, het eigenlijke pilvoorschrift. Omwille van de beperkte ervaring met hormonaal inplant wordt deze vorm van anticonceptie niet in de aanbeveling opgenomen.

Vaginale klachten vormen één van de meest frequente problemen in de dagelijkse huisartsenpraktijk. Ze komen voor met een frequentie van ongeveer 29 gevallen per 1.000 vrouwen. In een gemiddelde praktijk ziet een huisarts een- à tweemaal per week een vrouw met vaginale klachten. Bij ongeveer twee derde van alle vaginale klachten is een vaginitis of vaginose de oorzaak. Een waaier van andere aandoeningen kan een rol spelen in het ontstaan van vaginale klachten bij het overige één derde.

Acne vulgaris is een aandoening van de ‘pilosebaceous unit’ of van de talgklierfollikel. Deze vindt men vooral in het gelaat en in mindere mate ter hoogte van het bovenste deel van de thorax en de armen.

Eén van de beleidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid voor 1998-2002 is om tegen het jaar 2002 het aantal dodelijke ongevallen in de privé-sfeer met 20% te doen afnemen. Preventie van ongevallen in de privé-sfeer, met name preventie van breuken (met dodelijke afloop) bij senioren, is hierbij een aandachtspunt.