Menu

Angstige nachthuilers hebben altijd graag een knuffelobject bij het slapengaan (rond de leeftijd van zes maanden).

Een van de meest merkwaardige zittingen op dit weekend was deze onder leiding van Prof. Hugo Janssens, met kollega D’Hanis Paul uit Brasschaat, en kollega Van Beusekom J.A.H., huisarts te Amsterdam en werkzaam in het Huisartsen-instituut aldaar.

Vanuit klinisch indikatie-terrein onderscheidt men, voor het onderdrukken van angst en spanning, meerdere groepen psycho-farmaka.

Vanuit een psychofysiologisch standpunt kunnen in de angst, zoals in elke emotionele toestand, vier aspekten onderscheiden worden: de subjektieve ervaring, met daarin de specifieke aard en de intensiteit van de emotie, en de lichamelijke ekspressie met daarin het somatomotorische gedrag en neurovegetatieve veranderingen.

Angst is een fundamenteel element van het menselijk bestaan. De mens die geen angst kent bestaat niet. Angst is een existentiaal. Het is van belang zich altijd weer af te vragen waarvan de mens angst heeft.

Elke medische consultatie staat in het teken van de angst. Deze angst verdwijnt door een goede medische diagnose en een goede vertrouwensrelatie. Nochtans is er in de maatschappij een wantrouwenrelatie (cfr. antipsychiatrie). De attitude van de dokter tegenover het tema van de seksualiteit kan deze vertrouwensrelatie schragen of schaden.

De bedoeling van de voordracht is een licht te werpen op enkele specifieke verschijningsvormen, ontstaansvoorwaarden en ontstaanswijzen van angst bij de ouder wordende mens.

Het weekend over «ANGST» georganiseerd door de W.V.V.H. op 14 -15 - 16 april 1978 te Westende.

Doorheen zijn magistrale, inleidende rede heeft prof. J. Schotte een dubbele doelstelling voor ogen: Via heen en weer bedenken en overdenken van het thema angst, vanuit verschillende hoeken, wil hij komen tot een eigen visie.