Musculoskeletale letsels bij huishoudhulpen
Musculoskeletale letsels bij huishoudhulpen
Welke stappen zijn nodig om te erkennen als beroepsziekte?
Wat is bekend?
- Huishoudhulpen staan op de werkplek bloot aan verschillende risico’s voor hun gezondheid, met name overbelastingsletsels van spieren, pezen en gewrichten.
- Erkenning van musculoskeletale aandoeningen als beroepsziekte is een complexe aangelegenheid met vaak een afwijzing op basis van ‘niet-erkenning van de blootstellingscriteria’.
Wat is nieuw?
- Erkenning van musculoskeletale letsels als beroepsziekte geeft toegang tot financiële compensaties en is van moreel belang voor de betrokkene.
- Huisartsen zijn in staat om voor huishoudhulpen een volledig en onderbouwd dossier op te stellen voor de aanvraag tot erkenning van beroepsziekte.
Inleiding
In België werken ongeveer 145 000 mensen als huishoudhulp via het dienstenchequesysteem. Het merendeel (95%) zijn vrouwen die dagelijks fysiek belastend werk verrichten in vaak onzichtbare werkomstandigheden. In vergelijking met de rest van de arbeidsmarkt werken huishoudhulpen in de dienstenchequesector vaak deeltijds. In het derde kwartaal van 2024 werkte 43,2% van de werknemers tot 65% van een voltijdse baan, 44,1% tussen 65% en 95% ...
Verder lezen? Aanmelden...
Ben je Domus Medica lid of Huisarts Nu abonnee? Dan kan je na "Aanmelden" het volledige artikel lezen. Ben je nog geen lid of abonnee, dan word je na "Aanmelden" naar het juiste formulier gestuurd.
Aanmelden- Eenmalig aanmelden
- Lees alle artikels van HuisartsNu digitaal
Hulp nodig?
Contacteer ons bij problemen
Auteur(s)
- Lukas Hellebuyck is huisarts bij Geneeskunde voor het Volk, Zelzate;
- Freja Haak is medisch coördinator bij Geneeskunde voor het Volk.
Citeer dit artikel
Hellebuyck L, Haak F. Musculoskeletale letsels bij huishoudhulpen: welke stappen zijn nodig om te erkennen als beroepsziekte? Huisarts Nu 2025;54:263-7.
Dit artikel kwam mede tot stand dank zij het studiewerk van Elisa Muñoz Gomez (huisarts bij Geneeskunde voor het Volk), Karel Van Bever (huisarts bij Geneeskunde voor het Volk) en Maxime Coopmans (studiedienst Geneeskunde voor het Volk).
