Menu
Geavanceerd zoeken

We menen op 20 november met ons initiatief G.V.O. een belangrijke stap gezet te hebben voor een grotere doelmatigheid in ons huisartsenberoep.

De gezondheidsopvoeding lijkt een relatief eenvoudige opgave: « Men » moet het eigenlijk maar eens goed uitleggen aan « de patiënt » wat hij voor zijn gezondheid doen en laten moet.

Er zijn o.a. in Vlaanderen een groot aantal instituten die zich met de lichamelijke of geestelijke gezondheid (beter met de ziekte) van de mensen bezig houden. Deze instituten zijn bevolkt met een groot aantal patiënten en een groot aantal hulpverleners.

Zes werkgroepen, samengesteld uit de aanwezige huisartsen en « patiënten » hebben zich tijdens vijftig minuten bezonnen over een bepaald aspekt van de G.V.O.

U bent hier vandaag samengekomen om te denken en met mekaar van gedachten te wisselen over de problemen, die rijzen rond de « gezondheidsopvoeding en voorlichting » door de huisarts aan zijn patiënt.

Waarom een studiedag gewijd aan G.V.O. ? Omdat het een facet is van de gezondheidszorg waar we ons in de nabije toekomst meer en meer zullen moeten op toeleggen, niet alleen omdat het « in » is, en zulks van ons verwacht wordt, maar ook omdat het inderdaad een belangrijke opdracht is voor de huisarts.

GVO

Het ligt niet in onze bedoeling hier het projekt Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding te gaan verdedigen, alhoewel wij overtuigd zijn dat een aantal gezondheidsverstrekkers zich niet zo maar met dergelijk projekt kunnen verzoenen of het nut ervan inzien.

Een van de meest merkwaardige zittingen op dit weekend was deze onder leiding van Prof. Hugo Janssens, met kollega D’Hanis Paul uit Brasschaat, en kollega Van Beusekom J.A.H., huisarts te Amsterdam en werkzaam in het Huisartsen-instituut aldaar.

Vanuit klinisch indikatie-terrein onderscheidt men, voor het onderdrukken van angst en spanning, meerdere groepen psycho-farmaka.

Vanuit een psychofysiologisch standpunt kunnen in de angst, zoals in elke emotionele toestand, vier aspekten onderscheiden worden: de subjektieve ervaring, met daarin de specifieke aard en de intensiteit van de emotie, en de lichamelijke ekspressie met daarin het somatomotorische gedrag en neurovegetatieve veranderingen.