Menu

Dankzij de betere behandelingsmodelijkheden van HIV is de HIV-patiënt veeleer een chronische patiënt geworden, die voor zijn follow-up de huisarts opzoekt. Omdat er nog geen standaardbehandeling voor HIV voorhanden is, heeft de huisarts er alle belang bij om een goede samenwerking te bewerkstelligen met de tweede lijn en patiëntenorganisaties. Hiertoe werd in 1999 in Antwerpen een HIV-netwerk voor huisartsen opgericht. Vermits in België geen soortgelijke netwerken bekend zijn, werd de werking ervan via een kwalitatieve vergelijkende analyse onderzocht.

Seksueel overdraagbare infecties (SOI’s) zijn weer in opmars. Ondanks de herhaalde boodschappen voor veilige seks in de media en via andere kanalen, is er een verontrustende toename van HIV, chlamydia, syfilis en andere SOI’s. De zorgverlener die (vaak exclusief) de meeste SOI-risicopersonen ziet, is de huisarts. Hij is dus bijgevolg het best geplaatst om bij zijn patiënten gezond seksueel gedrag te stimuleren. Nochtans blijkt hij het dikwijls moeilijk te hebben om seksuele problematiek bij zijn patiënten aan te kaarten. Deze studie tracht de barrières te identificeren die een goede SOI...

Lopen huisartsen meer kans op een symptomatische infectie dan hun patiënten? Het lijkt logisch, en toch hebben we de indruk van niet. Deze studie vergeleek de incidentiegraad van bovenste luchtweginfecties bij huisartsen en patiënten. Uit de resultaten blijkt dat huisartsen, door het veelvuldige contact met hun patiënten, sneller een hoge graad van immuniteit opbouwen. Ook regelmatige sportbeoefening zou de vatbaarheid verminderen.

Hysterectomie is één van de meest courant uitgevoerde heelkundige ingrepen. In de realiteit van de medische consultatie blijkt dat vrouwen zich daarna doorgaans beter voelen. Maar kan dit ook gestaafd worden aan de hand van wetenschappelijk onderbouwde gegevens? Deze literatuurstudie vergeleek een achttal studies en concludeerde dat hysterectomie een eerder positief effect heeft op de vrouw en haar seksueel functioneren. Hoe kan de arts zijn patiënte het best begeleiden in dit proces? Het creëren van een open sfeer waar vrij over seksualiteitsbeleving kan worden gepraat en het betrekken van de...

Wat zijn de noden en verwachtingen van adolescenten met betrekking tot goed anticonceptiegebruik? Hoe is hun houding ten opzichte van hulpverleners? Hiernaar werd een kwalitatief focusgroepenonderzoek gedaan bij 26 meisjes van gemiddeld 17 jaar oud. Hun kennis over het dagelijks gebruik en de bijwerkingen van contraceptiva bleek onvoldoende en vaak ook onjuist. Drempels om naar de huisarts te stappen voor anticonceptie waren vooral de kostprijs, de wachttijd en angst voor het gynaecologisch onderzoek. De adolescente meisjes verwachtten vooral vertrouwelijkheid van hun huisarts en voldoende...

Samen met pediaters komen huisartsen het meest in aanraking met griep van alle gezondheidswerkers. Dikwijls worden ze besmet met het influenzavirus zonder dat ze last hebben van de symptomen. Zelfs als huisartsen koorts maken en respiratoire klachten hebben, stoppen ze zelden hun praktijkvoering. In beide gevallen zijn ze een bron van infectie voor hun patiënten. Uit een telefoonenquête in 1999 blijkt dat 34% van de tweehonderd betrokken huisartsen zich echter niet tegen griep laat vaccineren, vooral omdat ze denken geen risico te lopen. Leeftijd en geslacht hadden geen invloed op het...

Artsen hebben twee- tot tienmaal meer kans om besmet te geraken met het hepatitis B-virus dan de algemene bevolking, vooral door prikaccidenten in de praktijk. Het is dus van groot belang dat artsen zich laten vaccineren tegen hepatitis B, ook al om hun patiënten niet te besmetten. In een onderzoek bij tweehonderd Vlaamse huisartsen bleek een kwart nog niet te zijn ingeënt. Vooral oudere en solowerkende huisartsen zijn wat nalatig of zien het belang van de vaccinatie niet in. Om deze groep alsnog te motiveren zich te laten vaccineren, kunnen kleinschalige campagnes in LOK-groepen of...

Evidence based medicine wordt een standaard voor de goede klinische praktijkvoering. Hoewel de huisartsgeneeskunde niet aan deze evolutie kan ontsnappen, is het zo dat huisartsen in een specifiek gezondheidskader werken. Zij worden frequenter geconfronteerd met ziektebeelden dan met ziekten en krijgen vaker klachten op de raadpleging te horen dan duidelijk gedefinieerde symptomen. De vraag rijst dan ook of het klinisch beleid van de huisarts wel kan worden vergeleken met de aanpak op de tweede lijn. Zijn de evidence based klinische aanbevelingen wel geschikt voor dagelijks gebruik in de...

De huisarts wordt als eerstelijnshulpver­lener vaak geconfronteerd met de raag naar een HIV-test. In Vlaanderen zou meer dan 90% van alle HIV-testen door een huisarts worden aangevraagd.

Het vermoeden van een seksueel overdraagbare aandoening (SOA) kan een reden zijn om een huisarts te consulteren. Soms is dat erg expliciet en modieus verpakt in de vraag om een "aidstest”. Maar het gebeurt vaker dat we tijdens onze diagnostische speurtocht aan een SOA moeten denken, zonder dat de aanbreng van de patiënt of de klachten ons op dat spoor zetten. Deze vierde vraagstelling in de klinische reeks rond seksualiteit, SOA’s en anticonceptie wordt op de volgende bladzijde door dr. Dirk Avonts besproken.