Menu

Het is de taak van de moderne arts om informatie te verstrekken over een behandeling, zodat patiënten kunnen beslissen deze al dan niet te accepteren. Maar deze informatie – gewoonlijk de voor- en nadelen – kan op veel verschillende manieren gecommuniceerd worden.

Fysieke activiteit bevordert de fitheid, wat op zijn beurt de kans op overlijden vermindert. Maar bestaat er een dosis-responsrelatie? Deze vraag is belangrijk voor artsen die inactieve mensen willen aanzetten tot meer activiteit, maar hen niet willen demotiveren door onrealistisch te zijn.

“Het is mijn job om uit te vissen wat de prijs is van een arts. Voor sommigen is dat een etentje in de beste restaurants, voor anderen is dat voldoende overtuigend cijfermateriaal om ze met vertrouwen te laten voorschrijven en voor nog anderen is het mijn aandacht en vriendschap… maar uiteindelijk komt het hierop neer, dat iedereen te koop is.”

Met een bloedtransfusie kan een leven gered worden. Anderzijds is bloed een erg complexe en actieve substantie. Methoden om na een bloedtransfusie complicaties op korte termijn op te sporen zijn goed ontwikkeld.

Deze meta-analyse toont aan dat chondroïtine de pijn bij artrose niet meer verlicht dan een placebo (niet gecommercialiseerd in België, maar een metaboliet van glucosamine).

Om het cardiovasculaire risico van vrouwen te voorspellen werden twee nieuwe algoritmen ontwikkeld en gevalideerd in een cohort van bijna 25 000 Amerikaanse vrouwen (uit de ‘Women’s Health Study’) die gezond waren bij inclusie en prospectief gevolgd werden gedurende een mediaan van tien jaar.

Langdurige follow-up (gemiddeld 21,2 jaar) van 51 210 Noren toonde geen verschil in mortaliteit voor alle oorzaken of voor hart- en vaatziekten tussen stevige rokers en rokers die aanvankelijk stevig rookten, maar nadien hun roken minderden tot minstens de helft en deze vermindering volhielden gedurende de hele studieduur.

Angststoornissen komen vaak voor, invalideren en zijn kostelijk. Hoewel ze even vaak voorkomen als depressie, kregen ze tot op heden weinig aandacht van onderzoekers en beleidsmakers, en wellicht evenmin van Vlaamse huisartsen. Terwijl de diagnose ‘depressieve stoornis’ bij 11,26 per 1 000 patiënten van de praktijkpopulatie in 2003 werd gesteld, werd de ‘angststoornis’ slechts bij 1,44 per 1 000 patiënten gediagnosticeerd (www.intego.be).

Fluorochinolonen worden (te) vaak voorgeschreven in België (zie blz. 239). Maar hoe vaak keek u eerst de bloedsuikerspiegel na? Hoewel de meeste neveneffecten mild en zelflimiterend zijn (nausea, anorexie, braken, abdominale pijn, diarree, smaakstoornissen, duizeligheid, hoofdpijn en slaperigheid), is een dysglycemie of een gestoorde bloedsuikerspiegel – hypo- of hyperglycemie – een ander, mogelijk dodelijk, neveneffect.

Om bij mineure hoofdtraumata te beslissen, bestaan er twee gevalideerde hulpmiddelen, maar beide zijn enkel bruikbaar bij patiënten die bewusteloos waren. Nederlandse onderzoekers hebben nu een derde beslisregel ontwikkeld die ook geldt voor de meeste mensen die bij bewustzijn blijven na een hoofdtrauma.